Bijlage II.
He Expeditie tegen het rijk van Atjeh.
No. 16a
Hoofdkwartierbivak Penajoengden ben Januari 1874.
Commandementsorder.
Morgen ochtend, zes Januari, zal door de artillerie uit hare bat
terijen van zwaar geschut een verdelgend en verpletterend vuur
op den Kraton en de Missigit gegeven worden, dat het vijande
lijk geschut tot zwijgen en de steenen borstwering zooveel mo
gelijk onschadelijk zal maken.
De vijand moet onder dat vuur het niet in zijne versterking
kunnen uithouden en verplicht worden die te verlaten. Onder
den indruk van dat vuur zal de infanterie trachten, zich daar
van meester te maken.
Om 7 uur neemt het vuur van de artillerie een aanvang, zoo
uit de batterijen in de loopgraaf, als uit die van het hoofd van
het bivak.
Zoodra de infanterie de Missigit nadert, houdt het vuur van
de artillerie op deze opterwijl dat op den Kraton en omliggende
werken blijft doorgaan.
De infanterie waarschuwt den commandant der batterij, mid
dels een officier met eenige manschappen per gewapende sloe
pen de rivier over te zenden, van dat oogenblik.
De gewapende sloepen volgen zeer langzaam de beweging op
waarts, doch blijven altijd zoo ver terug, dat zij de werking van
het vuur der batterij aan het hoofd van het bivak niet hinderen.
Zoodra echter de voorwaarts gelegen vijandelijke versterking,
waarop dagelijks gevuurd is geworden, door onze troepen is be
zet, nemen de gewapende sloepen daar positie.