675
Boerenzijde; 3e door den schrijver van de „Militarische Betrach-
tungen über den Krieg in Sud-Afrika", was het hem mogelijk zijn
arbeid een behoorlijken grondslag te geven.
In de eerste hoofdstukken 1) wijst de schrijver er op:
le dat, door de eenvormigheid van het open Z. A. terrein, de
oriënteering uiterst moeilijk was;
2e dat het operatietooneel een uitgestrektheid had van Duitsch-
land en Italië samen;
3e dat het den verdediger aanvankelijk bijna overal gelukte
den numeriek veel sterkeren aanvaller af te wijzen;
4e dat het Boerengeweer (7 m.M. Mauser 1895) beter was dan
het Engelsche (7.7 Lee-Enfield 1888);
5e dat het Engelsche veldgeschut 2) geen snelvuurgeschut was
zooals dat der Boeren 3), dat de uitwerking der Engelsche lydiet
G. (veldhouwitser 12.7) en van G.K. 4) op ijle doelen uiterst gering
was, en dat de kanonnen van 3.7 op afstanden tot 3000 M. met
voordeel den strijd voerden met Engelsche veldbatterijen, wat
deels een gevolg was van het gebruiken van schilden, welke
dekking gaven tegen geweer- en G.K. kogels;
6e dat de Boeren, door hun gering aantal vuurmonden ten op
zichte van dat der Engelschen, het den aanval voorafgaand artil
lerieduel meestal vermeden en hun stukken eerst in batterij
brachten om op de aanvallende infanterie te vuren
7e dat het Engelsche leger de oude waarheid ondervond, dat
verouderde wapens tot de duurste behooren, die men hebben kan.
In het hoofdstuk „Die neue Waflenwirkung" zegt de schrijver,
dat het Engelsche leger met de eveneens oude waarheid kennis
maakte: „Die Waffenwirkung bedingt die Formen, der Taktik,
die neue Waffe schafft sich neue Formen"; omdat dit feit aan
vankelijk niet tot hen doordrong leden zij herhaaldelijk de neder
laag. Deze werd hen des te gemakkelijker toegebracht, omdat
zij den aanval onder weinig gunstige omstandigheden begonnen.
1) „Gelande und Klima;" „Gelandeverstarkung„Streiterzahl„Einflusz vom
Gelande, Klima und Streiterzahl;" „"Waffen".
2) 7.6 c.M. (veldkanon 15 ponder, rijdende art. 12 ponder).
8) 29 van 7.5 c.M.; 28 van 3.7 o.M. automatisch; 8 van 12 c.M., veldhouwitsers4
van 15.5 positiegeschut.
4) De kamer bleef gewoonlijk heel en de kogels er veelal in; spreidingskegel in doel
4 5 M. breed, kogels 100 pas voorbjj springpunt weinig uitwerking.