1198 ieder fuselier, hij moge een goed of een slecht looper, schutter, schermer, gymnast enz. zijn, dezelfde soldij en geniet hij overigens vrijwel dezelfde voorrechten. Alleen voor schieten en afstanden schatten worden premiën uitgeloofd, doch m.i. op zeer onoordeel kundige wijze. (Zie Ind. Mil. Tijdschrift 1901 II blz. 484.) De gewenschte eigenschappen zouden ongetwijfeld beter ontwikkeld worden, indien de recruut en de in niets uitmuntende afgerichte fuselier een minimum traktement ontvingen, nauwelijks voldoen de om in hunne sobere behoeften te voorzien. Bovendien moest dan eene blijvende belooning, dus eene soldij verhooging, gege ven worden voor iedere gewenschte eigenschap, bv. van: 10 cent per dag voor een le klasse schutter 25 scherpschutter 10 gymnast le klasse 25 het meesterschap op een wapen 5 een goed afstandschatter, enz. Billijk is het voorzeker, dat hij die het meest waard is ook het best betaald wordt. Aan de slechte of luie en onbruikbare elementen wordt daardoor het verblijf in de gelederen op den duur onaangenaam gemaakt, zoodat zij na het einde van hun dienstverband het leger zullen verlaten. Schijnbaar is het wreed die minderwaardige personen op die wijze als het ware uit den dienst te verwijderen. Wanneer zij willen, kunnen zij echter bijna allen hun lot verbeteren door meer ijver en toewijding in hun dienst; de enkelen die het niet kunnen of niet meer kun nen zijn bij de infanterie niet of niet meer op hunne plaats, welke door betere elementen ingenomen dient te worden. Het leger behoeft toch geen liefdadigheidsinstelling te zijn, waarin zij die voor hun vak niet kunnen of willen deugen toch maar onderhouden worden. Nu heeft het er heel veel van. Het schieten der infanterie laat zeer veel te wenschen over. Ons hoofdwapen bestaat grootendeels uit 2e klasse schutters en dan nog van zeer inférieure qualiteit 1). Gelukkig worden er jaar lijks na het schietseizoen geen verzamelstaten opgemaakt, waar uit kan blijken hoeveel scherpschutters, le en 2e klasse 1) Is zulks voornamelijk aan het gehalte onzer inlandsche soldaten te wijten? Bed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 584