1200 kent gekeurd worden. Nu heeft men door de invoering der zg. ziektestaten wel een soort maatstaf bij het geneeskundig onder zoek van een vreemd persoon, maar daaruit blijkt niet, hoe dik wijls zoo iemand zich uit luiheid heeft ziek gemeld en dan kwar- tierziek of dienstdoen heeft gekregen, ook niet hoe dikwijls hij uit luiheid of vermoeidheid bij de oefeningen is achtergebleven. Het is daarom beter, dat vóór vertrek van een korps door •den officier van gezondheid belast met den garnizoensdienst en ■door den compagnies- of detachementscommandant eene verkla ring wordt afgegeven, waaruit kan blijken of het al dan niet gewenscht is een ter pasporteering opgezonden fuselier tot een reëngagement toe te laten. Op de plaats waar dit geschiedt kan de keuring achterwege blijven, indien het nieuwe verband onmiddellijk ingaat, anders moet zij nog eens plaats hebben. Tot verbetering van de schietvaardigheid en geoefendheid der infanterie is het dringend noodig, dat voortaan bij reëngagement niet alleen het strafregister en het geneeskundig onderzoek de beslissing geven. Ook aan ons, troepenofficieren, die dagelijks met onze menschen omgaan en hen dus beter kennen, die met hen ten strijde moeten gaan en op hen moeten kunnen vertrou wen, ook aan ons dient afgevraagd te worden of een man na het einde van zijn verband nog langer te gebruiken is. Men •stelle de eischen niet te hoog, maar ontsla ook onverbiddelijk iedereen die daaraan niet voldoet. Ware dit altijd toegepast, •dan zou de infanterie beter schieten, want onze Javaantjes, die maar al te gaarne blijven dienen om hun gagement te verdienen, zouden indien alles daarvan, afhing zich met hart en ziel op het schieten toeleggen; nu beschouwen zij het als bijzaak. Ware dit altijd toegepast, dan zouden fuseliers, die bij het eene korps telkens bij de uitrukkende diensten uitvielen, in een ander gar nizoen niet tot reëngagement van een, twee, soms zelfs vier jaren worden toegelaten. IV. Welke diensten zouden zij, die als infanterist onbruik baar blijken te zijn, den lande nog kunnen bewijzen? Zij, die niet voldoen aan de hooge eischen die men tegen woordig aan den infanterist moet stellen, kunnen nog zeer goed zijn voor een anderen werkkring in en buiten het leger. Bij den transportdienst en bij de bergartillerie (geleiders der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 586