1210
Door de „Gesellschaft" werd een 2-tal dezer stations, elk slechts
bestaande uit een energie- en 1 toestelkar, naar Amsterdam ge
zonden, ten einde door hare daar aanwezige ingenieurs.te worden
geregeld. Daar dezen echter, nog vóór de toestellen behoorlijk
geregeld waren, een andere bestemming kregen, bleven de karren
te Amsterdam achter, met toestemming er proeven mede te nemen.
Het ligt nu in de bedoeling om, na regeling der karren, één
station te vestigen te Amsterdam en een ander zg. mobielj sta
tion achtereenvolgens van uit het N. van ons land te laten op
rukken naar verschillende plaatsen, ten einde een oordeel om
trent de bruikbaarheid te kunnen vestigen.
In de maanden Juli en Augustus zullen die proeven genomen
worden.
Een draagbaar vonkenstation bestaat uit 5 c.q. 7 a 8 vrachten
(hiervan 4 tweemansvrachten en 3 eenmansvrachten).
No. 1. De stroombron, bestaande uit: een benzine-motor van 1.5
H. P., een direct of dooi-riemen gekoppelde gelijkstroom-dynamo-
beide op eenzelfde voetplaat—een benzine-reservoir en toebe-
hooren. Gewicht 120 K.G. Deze vracht kan ook in 3 lasten a 40
K.G. verpakt worden.
Het benzineverbruik is per P.K. per uur 400 gram, dus bij;
6 bedrijfsuren (3 uur geven, 3 uur ontvangen) 1200 gram, om
dat gedurende het ontvangen de motor afgekoppeld wordt.
No. 2. 6 linnen vliegers,
1 kabeltrommel met 2 vliegerkabels van ieder 200 M.
lengte en 1 m.M. dikte,
1 „Gegenge wicht" van kopergaas met piketten,
2 isolatoren met luchtdraadklemmen; te zamen 30 K.G.
De vliegers worden middels luchtdraadklemmen en isolatoren
aan de machine of een paal vastgemaakt.
Het „Gegengewicht" van 15 M2. treedt in de plaats der
aardgeleiding.
No. 3. De gevertoestel, in een doos ondergebracht,, bestaat uit
1 inductor met hameronderbreker,
1 onverdeelbare vonkafstand, Morse-sleutel en
1 dubbelkabel met steek-contacten voor de verbinding
met de energiebron;