1220 ten, evenmin als de ter verdrijving uitgezonden patrouille, die zich zoo danig beweegt, dat zij den nog niets vermoedenden vijand in rug of flanken kan verrassen of beschieten. d.G. Broodbereiding bij meerdaagsche oefeningen. Ter beproeving kan worden aanbevolen, de navolgende wijze van bakken van brood buiten het garnizoen, toegepast bij eene meerdaagsche oefening van een compagnie van het 20e Bataljon. Een korporaal, gewezen bakkersknecht, geholpen door 2 fuseliers, kneed de en bakte de geheele hoeveelheid brood (voor 100 man). Daartoe werd hem verstrekt 15 K.G. tarwemeel en 1 pakje bevattende 6 schijfjes ge droogde gist (Royal Yeass Cakes, verkrijgbaar bij de firma Kikkers, Noord- wijk, Weltevreden). De gist werd opgelost in een bakje lauw water en met een paar handenvol meel verwerkt tot een vrij dun beslagdit werd door de geheele hoeveelheid meel gekneed en deze massa in 100 gelijke deelen verdeeld (voor 100 broodjes van 0.15 K.G. meel). De bewerking duurue 1 uur. De aldus verkregen ronde deegkoeken van +2 c.M. dikte werden gedurende de heete middaguren minstens 3 uur lang onder een sprei te rijzen gezet, nog eens omgekneed 1), daarna met klapperolie (of spekvet) bestreken en tusschen stukken blik (waarvan de randen waren omgebogenl boven een paar gaten in den grond geplaatst, welke gevuld wer- met gloeiende sintels, afkomstig van het keukenvuur. Ook boven op de blikken werden sintels gelegd en deze voortdurend aangevuld. Na 1 u. 20' a 1 u. 30' waren de broodjes gaar. Daar echter de sintels die op het baksel lagen vrij konden afkoelen, moesten de broodjes de laatste 20 minuten omgekeerd worden, om de bovenzijde voldoende gaar te krijgen. Na van het vuur genomen te zijn, werden de broodjes opgestapeld en met spreien overdekt om zoolang mogelijk de warmte te behouden en daardoor nog gaarder te worden, wat beter is dan het baksel langer te vuur te laten, omdat het brood te veel uitdroogt. De verkregen broodjes waren zeer vast doch voldoende gerezen, tot 4 c.M. dikte, en volkomen gaar; ze werden met boter en kaas ge nuttigd. Hoewel de officieren ze weinig smakelijk vonden, werden ze dooi de manschappen met graagte gegeten en verre verkozen boven rijst en boven het baksel van den vorigen dag (dampers volgens de aanwijzingen van den heer Goodliff, zie Extra Bijl. no. 12 I. M. T.). Yoor het goed rijzen van het brood is het van groot belang, dat dit 1) Het nut van deze bewerking schijnt twijfelachtig; de eenigszins verdroogde buiten kant werd daardoor naar binnen gewerkt, waardoor het geheel droger werd. Dit laatste is een nadeel; een droge buitenkorst daarentegen hindert zoo erg niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 606