IIIIIIII Bill 679 - ein Yersuch, die Krafte in der Trennung wahrend der Anmarsch- bewegung beharren zu lassen, um aus ihr heraus eine Wech- selwirkung zwischen Front und Flanke herzustellen. Nirgends ein Anklang an den Moltkeschen Gedanken, die Krafte erst in der Schlachtenentscheidung selbst zu vereinigen, um aus dem konzentrischen Anmarsch zur höchsten Yollendung des AngrifFs in umklammernder Wirkung zu schreiten." Bij Magersfontein was de linkervleugel der Boerenstelling aangeleund aan de Modderrivier; naar den rechtervleugel voer der een breed dal (spoorbaan naar Kimberley), dat gemakkelijk bestreken kon worden. Bij Spionkop, waar beide vleugels sterk aangeleund waren, werd in overweging genomen om langs den rechtervleugel te omtrekkenbij Colenso scheen de aanval op de, den linkervleugel vormende, Illangwaneheuvel de meest verkie selijke aanvalsrichting. Omtrent Magersfontein zij aangeteekend le. dat geen voldoende verkenning heeft plaats gehad; 2e. dat de artillerie in stelling kwam, toen vuur ontvangen werd van voorgeschoven Boeren; 3e. dat van den nacht gebruik werd gemaakt om de troepen voorwaarts te brengen, terwijl men omtrent de stelling onvoldoende gegevens had; 4e. dat van de 13 bataljons slechts 8| in het vuur werden gebracht omtrent Colenso: le. dat een gevechtsbevel gegeven werd zonder eenige zekere kennis van de Boerenstellingen 2e. dat in dit bevel te veel bevolen werd; 3e. dat de troepen over zoodanige uitgestrektheid werden in gezet, dat van samenwerking weinig sprake kon zijn 4e. dat de linkerbrigade als volgt voorwaarts rukte: 8 bat. 1 bat. zonder iemand vóór zich te hebben, en dat zij in die formatie op 600 M. van de Boerenstellingen artillerie- en infanterievuur kreeg. Dl. II 1904. 46

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 61