680
5e dat de brigade, die naast doch op 5 K.M. afstand van de
voorgaande ten aanval oprukte, zich tijdig oploste in een sterke
tirailleurlinie, ondersteuningstroepen en reserves; op 800 M. vuur
ontving, doch ondanks ernstige verliezen terrein won
6e dat de bevelhebber de leiding verloor, door zich met details
te bemoeien, en den strijd opgaf, toen eerst 9i/2 bataljon van de
1 6x/2 ingezet waren;
en omtrent Spionkop:
le dat bij den aanval het in het reglement bepaalde opge
volgd werd, d.w.z. op dichte tirailleurliniën volgden ondersteu-
ningstioepen en, waar geheele compagnieën opgelost waren,
volgden andere gesloten compagnieën; de groote verliezen werden
in deze gesloten afdeelingen geleden
2e dat de vuurlinie den verdediger slechts tot op ongeveer
800 M. kon naderen
3e dat, na het bereiken van den sleutel der stelling door den
aanvaller, de Boeren tot den tegenaanval overgingen. „Sie gin
gen hierbei unter bester Ausnützung des Gelandes in kleinen,
zufallig sich bildenden Gruppen von drei bis fünfzehn Mann vor!
Bei diesem Vorgehen unterhielten sie andauernd ein gleich-
masziges, wohlgezieltes Feuer. Wurde das Feuer der Engliinder
zu heftig, so lag die Mehrzahl der Buren auch mit dem Kopfe auf
dem Eidboden und wartete ab. Nur Einer in jeder Gruppebeobach-
tete, aber Alle hatten das Gewehr immer fertig um blitzschnell
in den Anschlag zu gehen, zu schieszen und sich wieder ganz
platt hinzulegen. Der Bur erwies sich hier als ein ganz vortreff-
licher Tirailleur und sehr tüchtiger Schütze, der es auch vortreff-
üch verstand, kleine Ziele, wie Kopfziele, schnell zu erfassen
4e dat 7i/2 bataljon werden ingezet in een terreinstrook, waar
voor 21/2 nauwlijks plaats was;
5e dat er uren lang geen verbinding bestond tusschen de hoofd-
(aanvals) groep en den bevelhebber;
6e dat de generale staf te kort schoot, door niet voor drink
wateraanvulling te zorgen;
7e dat de aanval in front onvoldoende ondersteund werd op
de vleugels, waarvoor nog 11 bataljons beschikbaar waren, waar
door de Boeren zich op het aanvalspunt konden samentrekken.
Ten slotte zegt de schrijver: „der geschilderte Yerlauf der