682 die, mit Gefechtsauftrag versehen, aus der Tiefe den Angiiff allmahlich zur höchsten Wucht steigern. Stellenweise wird der Kampf derart geführt, dasz eigentlich ein Theil der Krafte zu- sieht, wie der andere geschlagen wird," zegt de schrijver, om dan te vervolgen, naar aanleiding van een artikel in de Berliner Neueste Nachrichten 1): „der geschilderte Yerlauf der Kampfe zeigt zur Genüge, welche Bewandtnisz es mit der „wunderschö- nen Tiefengliederung" der Englander in den ersten Schlachten des Krieges hatte." In het eerste deel van den oorlog werden alle aanvallen te- overijld aangezet, om dan te mislukken door weinig practische vormen en onvoldoende schietvaardigheid, doch niet door het reglement te volgen, waar dit het beginsel van vechten uit de diepte voorstaat. Integendeel, waar dit beginsel toepassing vond, verliep de aanval op de minst ongunstige wijze. Nergens is uit af te leiden, dat „das heutige Infanteriegefecht die sofor- tige volle Einsetzung der zur Durchführung des Kampfes be- stimmten Truppen rathsam erscheinen lasztm. a. w. de onmid dellijke ontwikkeling der voor den strijd bestemde troepen in een enkele dichte, sterke tirailleurlinie, zonder eenige ondersteu- 1) „Zum Angriff der Deutschen Infanterie." Naar aanleiding van het ontwerp van een nieuw reglement voor de Fransche in fanterie, verscheen in de „Berliner Neueste Nachrichten" van 14 Jan. 1902 bovengenoemd artikel, dat „die liauptsachlichste Streitfrage der modernen Infanterie, die Frage der Tie fengliederung oder Breitenausdehnung" behandelt en in het Duitsche leger veel opzien verwekte. De schrijver blijkt een beslist voorstander van de „Breitenausdehnung" tegen over „Tiefengliederung" te zijn, wat blijkt uit de zinsnede: „Die vorstehenden Ausfuhrungen sollen uur die Ansicht vertreten, dasz das heutige Infanteriegefecht die sofortige volle Einzetzung der Durchführung des Kampfes bestimmten Truppen rathsam erscheinen laszt." Dat ondersteuningstroepen'en reserves niet noodig zijn, omdat zij de tirailleurlmie toch niet kunnen versterken, bewijst hij uit de gevechten in Z. A. „Die Englander fochten damals mit einer wundersehönen Tiefengliederung, wie auf dem Exerzirplatz, möchte man fast sagen. Was aber war das Kesultat? Enorme Verluste der vorderen Liniën, well sie zu schwach waren, und völlige Unmöglichkeit einer Unterstützung der vorderen Linien, weil alle diese spater eingesetzten Abtheilungen langst vom Feuer hinweggerafft waren, ehe sie ihr Ziel erreichten". De schrijver, die in het Militar Woohenblatt No. 23 van 1902 hierop antwoordt, is dezelfde meening toegedaan als von Lindenau, doch is het eens met de opmerking van den schrijver in de „Nachrichten", waar deze zegt: „Daher kann man immer nur wieder von Neuem betonen: keine Massenausbildung, sondern sorgfaltigste Einzelerziehung, sowohl in allen militarischen FertigkeiteLals auch verstiindhiszvolle Einwirkung auf den Cbarakter emes jeden Mannes. Dieses ist und bleibt das hohe Ziel un,erer Infanterieausbildung".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 64