1288
(56) Dit bedrag is te splitsen als volgt:
a. instructeurs en algemeene kosten:
traktementen van 2 kapiteins van den generalen staf,
a f 3700 f 7400,—
fouragegelden voor die officieren445,30
traktement van 1 kapitein-intendant3 500,
toelagen aan de overigo leei-aren2 400,
aandeel in de algemeene kosten der koogere krijgsschool. 12 493,555
b. officierenleerlingen:
traktementen van 4 kapiteins (voor de krijgskundige
studiën), a f 3000 f2 000,
traktementen van 2 kapitein-kwartiermeesters (voor de in
tendance-studiën), af 3 000, over tien maanden5 000,—
traktementen van 19 luitenants (voor de krijgskundige
studiën) a f 2300, van wie 13 over twaalf en 6 over drie
maanden33 350,
traktementen van 7 luitenant kwartiermeesters (voor de
intendance-studiënï, a f 2300, van wie 3 over twaalf, 1 over
tien en 3 over vijf maanden11 691,66
gratificatie voor uitrusting aan 9 nieuwe leerlingen, ad
f 600 voor ieder5 400,
bijslag op de traktementen van de officieren, te detacheeren
bij de Rijkslandbouwsckool, 's Rijkscentraalmagazijn van mi
litaire kleeding en uitrusting, de Nederlandscke school voor
nijverheid en handel te Enschedé, en bij andere wapens 3 615,15
reiskosten van de leeraren in Indologische vakken naar
's-Gravenhage en terug39,60
toelagen voor bet deelnemen aan groote manoeuvres. 300,
reiskosten voor het bezichtigen van militaire inrichtingen,
fabrieken, en voor de zomeroefeningen1 745,
geneeskundige behandeling van de officieren, te detacheeren
te Wageningen en te Enschedé250,
f 99 635,25s
waarvoor gesteld 99 700.
(57) Het aandeel in de kosten van de schietschool wordt
in overeenstemming met het VlIIste hoofdstuk der Staats-
begrooting geraamd op 20 132, terwijl voor munitie wordt
gerekend op f 2800.
("58) De onderdeelen a en c zijn tot bestrijding van de gratificatiën
aan de officieren, belast met het geleide naar Nederland van de cadets
die in Nederlandsch-Indië tot de Koninklijke Militaire Academie en de