1293
tot dusver uit den globalen post „daggelden en werkloonen" werd ge
kweten.
(52) Op grond van de gemiddelde uitkomsten der jaren 1900—1902.
(53) De indemniteit voor kleeding is over één dag minder berekend
dan ten vorigen jare.
(54) Op grond van de vermoedelijke behoefte f 4850 lager geraamd
dan ten vorigen jare.
(55) De raming is te splitsen als volgt:
Traktementen
1 ritmeester, kapitein op of luitenant der cavalerie of artillerie f 5100,
Soldijen
1 adjudant-onderofficier, 365 dagen, a f 2 daags130,
Verhoogde soldij aan gereëngageerden58,40
Fouragegelden
1 subalterne officier360,
Indemniteit voor kleeding aan den adjudant-onderofficier, 365
dagen, a f 0,50 daags182,50
Toelage aan den adjudant-onderofficier, a f30 's maands. 360,—
Schrijfbehoeften30,
Indemniteit voor vivres aan den adjudant-onderofficier, 365
dagen f 1 daags365,
Bezoldiging van inlandsch personeel
1 Chineesch opzichter, 365 dagen, a f 1 daags. f 365.—
3 mandoers, a f 15 's maands540,—
1 mandoer, 10120,—
22 bewakers van de kralen, a f 7 's maands.. 1 848,
1 hoevensnijder, a f 15 's maands180,—
18 grassnijders, 6570 dagen a f 0,25 daags. 1 642,50
6 koelies, 2190 dagen a f 0,25 daags547,50
5 243,—
Aankoop van 113 paarden a f 18020 340,—
Gras en padi voor de paarden9 400,—
Aanschaffing en onderhoud van stalbehoeften360,
Onderhoud van het terrein en het etablissement. 1 425,
Onderhoud van een tuin met Bengaalsch gras. 588,
Diverse kleine uitgaven875,—
Telephoonkosten
f 45 596,90
Waarvoor gesteldt 45 300
Personeel voor de op te richten tamme stoeterij. 3 700
f 49 000
