691 in het opsporen van hun doel: voor den jager 't wild, voor den- oorlogschutter de vijandbeiden moeten van hun wapen gebruik maken onder omstandigheden, dat hun wel of wee afhangt van de meerdere of mindere vaardigheid, waarmee zij zich van dat wapen bedienen. Beiden moeten snel kunnen schieten: de jager omdat het beweeglijke doel hem niet veel tijd laat tot richten, de oorlogs- schutter, niet alleen om dezelfde reden, maar bovendien door een zekeren drang tot zelfbehoud, die hem ondanks hemzelf aan zet tot vlug schieten. Het criterium van de opleiding tot oorlogsschutter zou dus m.i. moeten zijn, hem het jagersbedrijf te leeren. Met uit zondering van de twee eerstgenoemde eischen, nl. de training en 't opsporen der doelen, waaraan wel voldaan wordt, ziet men, dat ons tegenwoordig schietonderricht lijnrecht in strijd is met de eischen tot snel schieten aan de opleiding van jagers gesteld. Onze methode vormt wel concoursschutters maar geen oorlogsschutters. Ziedaar m.i. de hoofdfout dier opleiding. Een gelukkig denkbeeld acht ik dan ook de oprichting der z.g. jacht- commando's, waarvan ik hoop, dat zij eene ruimere toepassing zal vinden dan thans het geval is. Doch, hoe gewenscht ook,, bijna nergens is men volmaakt in de gelegenheid den soldaat, het jagersbedrijf practised te leeren. Thans dient de vraag beantwoord te worden, of we een sys teem van schietonderricht kunnen vinden, dat geschikt is tot het vormen van oorlogsschutters. Mij dunkt dat men dit ver krijgen kan, door bij het schieten veel gebruik te maken van- onverwachts te voorschijn komende doelen en door het uitloven, van hooge premiën. Het eerste dwingt den man tot het geven van een vlug en gericht schot, het tweede tot het beheer- schen zijner zenuwen. De zucht zich eene goede belooning te verwerven zal eenigszins storend werken op zijne zenuwen en dus op zijne schietvaardigheid. Wil hij kans hebben iets te ver krijgen, dan moet hij zijne zenuwen leeren beheerschen even als de jager. Dat tot het aanleeren van juist en snel .schieten het aantal scherpe patronen, waarover per man beschikt mag worden, te klein is, ligt voor de hand. Daarentegen hebben we in de patro nen No. 6, die aanmerkelijk goedkooper zijn dan de scherpe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 73