699 een huwelijk zou buiten den plaats, mil. commandant kunnen ge schieden. De korpscotnmandant weet van het gedrag der aan staande echtgenoot licht even veel af als de commandant van een ander korps, die toevallig hooger of ouder in rang is. Aanvragen tot ontvangst van revolverpatronen zouden even goed door de korpscommandanten ingediend kunnen worden. Dit geldt ook voor programma's van gymnastiek- en scherm- wedstrijden, voorzooverre zij uitsluitend het korps betreffen. De alg. order 1889 No. 63 draagt aan de „plaatselijke en plaat selijk militaire commandanten" op, in overleg met de plaatselijk eerstaanwezende officieren van gezondheid voor de toepassing der in die order aangegeven bepalingen ter voorkoming van de ver spreiding der pokziekte het noodige te verrichten. De korps commandanten worden hier niet genoemd, terwijl alleen zij en he compagniescommandanten het noodige toezicht kunnen uit oefenen, toelating in de kazernes van vrouwen en kinderen buiten de bemoeienis der plaatselijk militaire commandanten staat, reëngagementen niet behandeld worden door deze autori teiten. De woorden „plaatselijke en plaatselijk militaire com mandanten" kunnen dus zeer zeker vervangen worden door „korps- of detachementscommandanten". Bij A. O. Ill van 1902 werd bekend gemaakt, dat bij order van den geneeskundigen dienst is uitgegeven een leiddraad bij ■het nemen van maatregelen tegen het optreden of de uitbreiding van cholera in de militaire kampementen. Bij vergelijking van den inhoud met het voorkomende in het reglement op den in- wendigen dienst, blijkt dat door den chef van den geneeskun- kigen dienst in strijd met genoemd reglement aan den plaatselijk militairen commandant bevoegdheden zijn toegekend, die uit sluitend bij de korpscommandanten berusten. Afgescheiden van de omstandigheid, dat bezwaarlijk den plaat selijk militairen commandant de bevoegdheid kan worden ver leend in te grijpen in bepalingen betreffende oefening en den kampementsdienst, waar de verantwoordelijkheid berust bij de korpscommandanten, wordt hierdoor weder de werkkring van ■eerstgenoemde autoriteit uitgebreid. Nemen wij het reglement op den inwendigen dienst der in fanterie ter hand en lezen wij art. 162, dan vinden wij, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 81