AFSCHEIDSWOORD VAN DE REDACTIE.
Na gedurende verscheidene jaren aan het hoofd van dit tijd
schrift gestaan te hebben, spreekt het wel haast vanzelf, dat het
mij moeite kost om de door mij gevoerde redactie neer te leg
gen. Te meer is dit het geval, omdat het Indische officierskorps
in het algemeen, maar in het bijzonder de volijverige kundige
medewerkers waarover ik in deze jaren kon beschikken, mij het
volvoeren van de op mij genomen taak zoo aangenaam en gemak
kelijk hebben gemaakt. Aan hen een woord van hartgrondi-
gen dank. Met een enkel woord ook wensch ik dankbaar te her
denken de groep van raadgevers, die mij zoo herhaaldelijk van
advies dienden en mij steeds ter zijde stonden, waar de veel
zijdigheid van den redactiearbeid zulks wenschelijk maakte,
benevens die enkelen, die niet schroomden mij op fouten te wijzen,
welke huns inziens het Ind. Mil. Tijdschrift aankleefden. In het
bijzonder zij het mij vergund ter zake den kapitein der infan
terie G. Buijs mijn erkentelijkheid te betuigen.
Een woord van dank eindelijk aan de uitgevers, die al kwa
men hun financieele belangen meermalen in strijd met hetgeen
ik voor het tijdschrift wenschte steeds zooveel mogelijk de
belangen van het tijdschrift hebben helpen bevorderen.
En hiermede neem ik afscheid van het tijdschrift, dat mij lief
is gewordenin de vaste overtuiging het in goede handen ach
ter te laten. Dat het mijn kundige opvolgers gelukken moge het
Indisch Militair Tijdschrift tot hoogeren bloei te brengen is de
welgemeende wensch van
C. F. H. Tückermann.