88
man, waarvan één schildwacht was uitgezet. Aan de wacht was om
een onverklaarbare reden een tent gegeven. De schildwacht stond op
post in de onmiddellijke nabijheid van de wachttent, die op 300 yards
van het kamp was opgesteld. Het overige vertelde mij de Boer. wien ik
verder zelf het woord geef: „Met [ons beiden werden wij door onzen
generaal gezonden, om den top van den heuvel te beklimmen en te zien,
welke posten het kamp van die zijde bewaakten. Als daar schildwachten
waren uitgezet, moesten wij gaan liggen en niets doen; maar als er geen
waren, moesten wij den generaal zulks berichten. Zoodra het donker was
bereikten wij den top, en scherp voor ons uit speurend zagen wij een
schildwacht vlak nabij de tent. Hij liep onafgebroken op en neer; daar
om hielden wij ons stil. Ha een wijle kwamen twee man uit de tent en
plaatsten een nieuwen schildwacht. De anderen gingen weer binnen de
tent terug".
„De nieuwe schildwacht liep eenigen tijd lang op en neer; toen ging
hij zitten. Kort daarop stond hij op en begon weer te loopen, waarop
hij zich weer neerzette. Toen legde hij zijn geweer naast zich neer op
den grond, en niet lang daarna ging hij zelf er naast liggen. Wij wacht
ten, totdat wij zeker waren dat hij sliep en kropen toen naar hem toe.
Ik nam zijn geweer waar de bajonet opgeplant was en stootte hem die
in het lichaam. Toen liep Piet snel om de tent heen met een scherp
mes en sneed de tenttouwen door, terwijl ik aan den ingang stond. Een
ieder sliep daarbinnen en toen de tent op hen neerkwam konden wij hen
zien strubbelen in de plooien. Ik stak hen allen met de bajonet dood.
Geen enkele hunner kon een geluid uitbrengen. Zekerheid hebbende
dat niemand in de tent meer leefde, haastten wij ons naar den generaal
en voerden onze mannen naar boven. Het was een steile heuvel die
beklommen moest worden, maar driehonderd onzer waren boven, vóórdat er
iets van ontdekt was in het kamp. Wij kwamen in stelling en openden
het vuur. Waren wij op deze wijze doorgegaan, dan zouden de Engelschen
geen gelegenheid hebben gehad om terug te vuren, zoodat wij hen allen
hadden kunnen dooden, zonder zelf één man te verliezen. Eenige dei-
jongere Burgers evenwel, opgewonden geworden, stormden het kamp bin
nen. Het gevolg hiervan was, dat wij menig man verloren, waarvan de
meesten zoo niet allen door ons eigen vuur getroffen werden".
Zoo is het einde van dit verhaal, treffend in eenvoud en droevigen ernst.
Het kamp in rust, de vermoeide jonge man op post, de Boer op de loer
liggende. Kan het te dikwijls aangehaald worden als voorbeeld van de
treurige gevolgen, welke de dwaling in het oordeel van één man en de
onmogelijkheid voor één man om wakker te blijven na zich kunnen slepen
Zijn deze twee alleen te berispen
De bevelvoerende officier beschouwde de natuurlijke moeilijkheden van