108 •en zoo ja, op welken grond deze landen ook als onderlioorigkeden van Atjeh worden beschouwd Over het optreden vau de expeditie in de Bataklanden heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken zoo goed als geheel gezwegen, omdat daarom trent nog rapporten werden ingewacht. Men vertrouwde, dat ook deze rapporten aan de Kamer zouden worden overgelegd. Herhaald werd de vraag, met welk recht en op welken grond onze troepen in dat onafhan kelijk gebied zijn doorgedrongen. Ook zou men gaarne inlichtingen ont vangen omtrent de expeditie, die blijkens do dagbladen naar de Ivarau- hoogvlakte is gezonden. Men sprak opnieuw de vrees uit, dat het gewapen derhand optreden in de Bataklanden geschiedt met het doel om de vesti ging van Europeesche ondernemingen te bevorderen en zou gaarne de verzekering ontvangen, dat in die landen geen grond aan Europeanen in erfpacht zal worden uitgegeven. De mededeelingen van het Koloniaal Verslag omtrent de pogingen tot onderwerping van den pretendent-sultan van Bandjermasin hadden dc aandacht van vele leden getrokken. Door sommigen werd betreurd, dat ter zake niet meer omstandige inlichtingen zijn verstrekt; uit het Kolo niaal Verslag is tocli niet te zien, waarom onzerzijds gehandeld is, zooals daar wordt verhaald, en op welke wijze bet Indisch bestuur deze zaak tot een goed einde wenscht te brengen. Voor nadere mededeelingen, ook omtrent hetgeen na het afdrukken van het Koloniaal Verslag ge schiedde, hield men zich aanbevolen. Kaar den indruk van verschei dene leden is in deze zaak niet met den noodigen tact opgetreden, be paaldelijk ter zake van de opzending der bloedverwanten van den pre tendent-sultan, die zich onvoorwaardelijk onderworpen hadden, vooral van Goesti Arsad, naar Batavia. Het was, naar men meende, niet te ver wonderen, dat deze opzending den pretendent tot verzet moest prikkelen -en uit het Verslag blijkt dan ook, dat diens partij na de opzending weder groote activiteit ontwikkelde. Zij geschiedde kort nadat de resident Kroesen tot gouverneur van Celebes was benoemd. Men vroeg, waarom die over plaatsing geschied is. Was de ongeschiktheid van den resident gebleken om de tijdens zijn bestuur ontstane moeilijkheden tot een goed einde te brengen? Dan was er geene reden hem te bevorderen. Bleek daarentegen van zijne geschiktheid, dan zou het, naar men meende, beter geweest ziju hem niet te verplaatsen, zoolang de moeilijkheden niet uit den weg zijn geruimd. Is thans eene beslissing genomen ten aanzien van de vermelde bloedverwanten van den sultan In kolom 89 van het Koloniaal Verslag wordt melding gemaakt van eene patrouille, die met eene inlandsche hulpbende is opgetreden. Sommige leden betwijfelden, of zoodanig gebruik van inlandsche hulpbenden wel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 122