110 - «oncessiën hebben aangevraagd en wat naar aanleiding van die aanvragen heeft plaats gehad. Ook zou men gaarne vernemen, of versterking van de militaire macht op Zuid-Nieuw-Guinea noodig wordt geacht. In het Koloniaal Verslag worden eenige zeer beknopte mededeelingen gedaan over onlusten in de afdeeling Sidoardjo van de residentie Soerabaja, waarbij niet minder dan 70 inlanders werden doodgeschoten. Volgens het Verslag zou men hier te doen hebben met eene uiting van het Mohamme- daansche fanatisme en in de pers is gesproken van eene wijdvertakte samenzwering. Is dat zoo, dan is de zaak van groot belang en wenschte men omtrent hetgeen der Regeering daaromtrent bekend is nauwkeurige inlichtingen te ontvangen, met overlegging, zoo mogelijk, van ontvangen rapporten. Vernomen was, dat den directeur van binnenlandsch bestuur werd opgedragen ter zake een onderzoek in te stellen. Indien het rapport van dezen hoofdambtenaar reeds in handen des Ministers is, hield men zich voor overlegging daarvan aanbevolen. Volgens door sommige leden ontvangen inlichtingen zouden de onlusten in Sidoardjo intusschen het gevolg zijn van ongeoorloofde handelingen ten bate van suikerfabrikanten. Gesproken werd van uitgeoefenden dwang tot aankoop van Europeesche ploegen door de inlandsche bevolking en van het doen afsnijden van onrijpe tweede gewassen ten einde gronden na den afloop van den rijstoogst vroeger voor de suikerteelt beschikbaar te hebben. Is der Regeering hiervan iets bekend De toestanden op het eiland Soemba laten bij voortduring veel te wenschen over. De Minister verklaarde ten vorigen jare hierop de aandacht van den Gouverneur-Generaal gevestigd te hebben. (Memorie van Antwoord, bladz. 23.) Men vroeg of ter zake eenige nadere mededeeling kan worden gedaan. Uitgaven in Indië. Onderafdeeling 17. Gevraagd werd, of het waar is dat, gelijk in de vergadering der Kamer van 28 September jl. Handelingen bladz. 75) vermeld werd, de dwangarbeiders in Atjeh met al te groote strengheid gestraft zijn. Enkele leden zouden, zoo mogelijk, gaarne eene opgave ontvangen van de in de laatste tien jaren gedroste dwangarbeiders, met aanduiding der gewesten. Onderafdeeling 20. Nadat van de zijde der Kamer herhaaldelijk op meer doortastende maatregelen tot afschaffing van slavernij werd aan gedrongen, is thans een memoriepost voor dit doel uitgetrokken. Dit vond toejuiching, maar enkele leden meenden toch te moeten waarschuwen tegen pogingen om door middel van geweld tot afschaffing van slavernij te geraken. Dit zou toch leiden tot bloedige expedities en tot groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 124