119 Toen vorigen jare verklaarde de Minister, op bladz. 54 der Memorie van Antwoord, overtuigd te zijn, dat liet valide gedeelte der reserve dringend behoefte heeft aan beter logies en dat het voornemen bestond te dier zake bij de begrooting van 1905 de noodige voorstellen te doen. Aan dit voornemen is echter geen gevolg gegeven. Zullen spoedig voorstellen tot voorziening in deze „dringende behoefte" de Kamer bereiken? In Maastricht is, naar men meende, een Rijksgebouw ingericht voor de plaatsing eener reconvalescenten-compagnie. Gevraagd werd, waarom dit niet in gebruik is genomen. Met genoegen constateerde men, dat aan verschillende misbruiken bij het werfdepot te Harderwijk een einde is gemaakt. Gaarne zou men nog zien, dat meer gedaan werd om den manschappen eenige ontspanning te bezorgen. Eenige leden waren verder van meening, dat de manschappen te lang bij het depot werden aangehouden en dat spoediger uitzending naar Indië de werving zou bevorderen. Gevraagd werd, hoe groot ge middeld de sterkte per maand is van het aantal aangeworvenen, bij het depot aanwezig. Ook werd de meening geuit, dat vermindering van het vaste kader mogelijk is. Onder af deeling 64. Eenige leden verwonderden zich over het feit, dat aanzienlijke aanvulling noodig is van de munitie voor het snelvurend geschut op de schepen van het auxiliair eskader. Het kwam hun voor, dat steeds gezorgd behoort te worden, dat de aanwezige hoeveelheid ook voor buitengewone omstandighedon voldoende is. Op bladz. 28 der Memorie van Toelichting staat dat de reserve-voorraad munitie moet worden op gevoerd tot de maximaal-cijfers. Gevraagd werd welk deel van het maxi- maal-cijfer voorhanden is. Eenige leden meenden, dat de kosten van het nieuwe dok te Soerabaja zoo hoog zouden zijn, dat het met het oog op den financieelen toestand voorshands niet geraden zal zijn tot den bouw over te gaan. Anderen drongen er op aan de behandeling dezer zaak zooveel mogelijk te be spoedigen, aangezien de marine in Indië dringende behoefte heeft aan een behoorlijk dok. Men begreep niet, waarom aan de commissie ook was voorgelegd de vraag, of een goed dok te Soerabaja ook wenschelijk was voor de particuliere scheepvaart. Immers het is in elk geval noodig voor onze oorlogsschepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 133