123
•die betreffende de bijzonder groote moeilijkheden verbonden aan
munitie-aanvulling gedurende het gevecht, moet ook logischer
wijze leiden tot vermeerdering van het aantal patronen „bij
■den man."
Alleen over laatstgenoemde munitie kan met zekerheid beschikt
wordendie vervoerd bij den gevechtstrein kan tengevolge van
verschillende omstandigheden tijdelijk aan de beschikking van den
aanvoerder onttrokken zijn. Ook al tracht het E. R. in punt 562
het geval te voorkomen, dat de reservemunitie den troep niet
bereikt, het valt niet moeilijk zich omstandigheden te denken,
waarin het daar genoemde voorschrift niet opgevolgd zal kunnen
worden, bv. omdat men op het oogenblik dat toepassing dier
bepaling noodig zou zijn geweest de noodzakelijkheid daarvan
nog niet kon voorzien. Den man te belasten met een vrij hinder
lijke hoeveelheid munitie, waarvoor geschikte bergruimte eigen
lijk niet aanwezig is (E. R. 575), blijft een gevaarlijke proef
neming, gevaarlijker naar gelang door hem grootere afstanden
moeten worden afgelegd. Kunnen de patroonkarren den troep
volgen tot op het laatste oogenblik zegge, den opmarsch tot
het gevecht dan nog doet zich de mogelijkheid voor, dat tal
van omstandigheden het uitreiken der reservemunitie in den
weg staan, zoodat tot het gevecht ontwikkeld wordt vóórdat
verdeeling dier munitie heeft plaats gehad (E. R. 570). In ver
minderde mate geldt overigens ook hier het bezwaar betreffende
het marcheeren met niet doelmatig geborgen munitie tot een
vrij aanzienlijk gewicht.
Het behoeft geen verder betoog, dat, wanneer inderdaad de
■onmiddellijke beschikking over de gevechtstreinmunitie bij den
vechtenden troep vervalt, slechts een ruime taschvoorraad over
die moeilijkheid kan heen helpen. Blijft men verder bij het een
maal als voldoend geachte totaal aantal patronen bij den troep,
dan is het duidelijk, dat het dragen van een grootere hoeveelheid
door den man evenredige vermindering van den trein zal ver
oorzaken. In het algemeen reeds acht men vermindering van den
gevechtstrein een voordeel, waarnaar men ijverig moet streven,
en dit geldt te meer, wanneer de geaardheid van het terrein het
medevoeren van treinen in hooge mate belemmert. Acht men
het wenschelijker de vrijkomende treinruimte toch voor munitie