142 Eene formatie aan officieren van 1 kapitein en 13 luitenants achten wij voor den magazijnsdienst voldoende. Wij zouden eene andere indeeling wenschen van de admini stratie bij de korpsen van het leger. De compagnie vormt ad ministratief een zelfstandig onderdeel, wier administrateur een onderofficier-kwartiermeester is, die onder toezicht van officieren voor de comptabiliteit en door tusschenkomst van de betrokken afdeeling van het D.v.O. van het gevoerd beheer rekening aflegt aan de Algemeene Rekenkamer. Met deze indeeling wordt beoogd den compagniescommandant van de administratie zijner compagnie te ontheffen en daardoor tevens een einde te maken aan de met de militaire hiërarchie weinig overeen te brengen verhouding tusschen den compagnies- en den korpsadministrateur. Ook op het oorlogsterrein, waar de compagnie vaak zelfstandig zal moeten optreden, is voor haar eene zelfstandige administratie gewenscht. Alleen bij de depotbataljons, waar de kwartiermeester tevens als instructeur van de kaderschool optreedt, de subsistentenkaders en bij belangrijke hospitalen worden officieren-kwartiermeesters ingedeeld. Yoor deze laatste kunnen luitenants worden aangewezen, omdat de aansprakelijkheid voor het materieel beheer op den magazijnmeester en den spijsverzorger rust, terwijl het geldelijk beheer, dat hij persoonlijk voert, weinig omvangrijk is. Yoor hem is administratie voeren bijzaak, toezicht uitoefenen hoofdzaak. Yoor de gewesten waar geen intendant is ingedeeld treedt de gewestelijk officier der comptabiliteit ook als intendant op. De verplegingsdienst is daar van minder beteekenis en kan tegelijk met eigen functie worden waargenomen. Waar op de buitenbezittingen infanterieofficieren uit geldelijke overwegingen wel met den artillerie-, genie- en geneeskundigen dienst worden belast, zal tegen deze samenvatting om dezelfde redenen wel geen bezwaar bestaan. Na deze uiteenzetting laten wij in hoofdtrekken eene orga nisatie, formatie en indeeling op den grondslag van scheiding van intendance en comptabiliteit volgen. Yan een uitgewerkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 156