148 Het leger bestaat uit: A. Hoofdkwartier B. Veldleger, dienende tot verdediging van het Gemeenebest in zijn geheel; •C. Bezettingstroepen, dienende voor de locale verdediging van eiken staat en verdeeld in: I districtsreserves (mobiele colonnes) in iederen staat, II garnizoenstroepen in de voornaamte kustplaatsen D. Eene legerreserve, bestaande uit de leden der erkende schietvereenigingen en de cadettenkorpsen, d.z. bataljons schooljongens, die eenig voorbereidend militair ondeilicht genieten. Deze legerreserve is echter nog niet georgani seerd, men hoopt alleen, dat de leden der schietvereenigin gen zich bij de legerreserve zullen verbinden. Tot vorming van de drie eerstgenoemde onderdeelen van het leger beschikt men over: lo. Een kleine kern van staande troepen (vrijwilligers in de Hollandsch-militaire beteekenis) 2o. Militia. 3o. Volunteers. De Militia" is niet wat men in Holland onder „militie" ver staat; gedwongen dienst is een begrip, waarmede de „freeborn" Brit zich niet kan vereenigen; daarom wordt de militia gevormd •door vrijwilligers, die zich tegen betaling verbinden een zekeien tijd te dienen, doch daarbij hun burgerbetrekking blijven waar nemen en dus slechts weinig geoefend kunnen worden. „Volun teers" worden niet betaald, zij wonen alleen vrijwillig oefenin gen bij en kunnen uit den aard der zaak dus vrijwel als onge oefend worden beschouwd. De militia vormt het veldleger, gerugsteund door een zeer kleine kern van staande troepen bij de veldartillerie, de ge nietroepen, de verplegings- en geneeskundige troepen. Bij de bezettingstroepen wordt de infanterie gevormd door volunteers, een deel der vestingartillerie (kustart.) door staande troepen (Royal Australian Artillery Regiment), de rest der kustartille- rie, de veldartillerie bij de mobiele colonnes, genietroepen, ver plegings- en geneeskundige troepen door militia, wederom met een zeer kleine kern van beroepskader.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 162