151 - en het schieten der artillerie wordt onbevredigend genoemd. Alleen van de schietoefeningen der infanterie en der bereden infanterie zijn—officieel—de resultaten zeer bevredigend; ook de schietvereenigingen schijnen zich met ernst op de schietkunst toe te leggen, hun ledental is zeer belangrijk 38.000). De krijgstucht kan bij dit leger niet streng zijn; dat zij te wenschen overlaat blijkt wel uit het feit, dat de helft der troe pen van Tasmania (volunteers) in den loop van 1904 om discipli naire redenen moest worden ontbonden. Het leger is echter nog in zijn kindschheid, de geoefendheid en de krijgstucht zul len ongetwijfeld verbeteren en de Legercommandant meent met reden te mogen verwachten dat beide over eenige jaren voldoende zullen zijn. Het aantal oefeningen is echter geringeenige malen 's maands worden schiet- en andere oefeningen in de garnizoenen gehou den; bovendien betrekken de troepen oefenkampen, en wel de bereden infanterie gedurende 8, de andere wapens en diensten gedurende 4 dagen per jaar. 1) Dit geldt echter alleen voor de militia zooals hiervoor reeds is gezegd, wonen de volunteers de oefeningen slechts vrijwillig bij. Tot de oefening der troepen draagt zeker niet bij de omstandigheid, dat de eenheden veelal over verschillende plaatsen zijn versnipperd (soms 1 eskadron a 72 man vredessterkte over 4 garnizoenen). De geoefendheid van officieren en minderen is in Hew South Wales beter dan in de andere staten, omdat daar reeds vóór het tot stand komen der federatie zorg aan het leger was besteed, onder leiding van den tegenwoordigen commandant van het federale leger. Zien we dus dat, wat de mannetjes betreft, het in het Austra lische leger allesbehalve „couleur de rose" is, in nog sterkere mate is dit het geval met het materieel. Slechts 15.000 geweren zijn aanwezig, dus niet eens voldoende voor het leger op vre dessterkte; van de kanonnen heeft men ook slechts een zeer onvoldoend aantal en de meeste zijn bovendien verouderd of moeten ter reconstructie naar Engeland worden gezonden. Ar tilleriemunitie is er bijna niet, infanteriemunitie is in voldoende 1) De legercommandant eisclite voor de militia 20 oefeningsdagen per jaar voor artillerie- en genietroepen en 1G voor infanterie, bereden infanterie en hulpdiensten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 165