164
oven, het opwarmen van den afgekoelden oven en het gewone
verwarmen.
Het uitbranden van den nieuwen oven.
De oven bevat, als ze nieuw is, eene zekere hoeveelheid
water in de vuurvaste mastieklagen en de isoleerende stoffen,
■dat niet verwijderd kan worden dan door een voorafgaand uit
branden van den oven. Drie tot vier maal achter elkander
wordt de oven opgestookt, met tusschenpoozen van 1 a 2 uur
•om den oven wat te doen afkoelen. Het vuur moet matig
zijn om beschadiging van den oven door oververhitting te voor-
tomen. De tusschenpoozen ter bekoeling meegerekend, duurt
het uitbranden tien tot twaalf uren.
Het opwarmen van den afgekoelden oven.
Als de oven gedurende eenigen tijd buiten gebruik geweest
is, en dus geheel is afgekoeld, is het noodig hem éénmaal op
te warmen, alvorens tot het bakken over te gaan. Dit opwar
men geschiedt door den oven eenmaal te stoken, waarvoor eene
meer of minder groote hoeveelheid hout noodig is, al naar de
gesteldheid van het terrein waarop de oven geplaatst is. Als
•de gloeiende houtskool is uitgehaald, wordt de ovenmond ge
sloten en de schuif dichtgedraaid. Men laat den oven zoo een
uur staan, opdat de warmte gelijkmatig tot alle deelen door-
■dringe. Daarna wordt de oven opnieuw opgestookt, voor de
.gewone verwarming.
De gewone verwarming van den oven.
De wijze waarop het hout op den ovenvloer moet worden
uitgespreid hangt af van de gebruikte houtsoort. Hout dat
-een groote vlam geeft, als zacht, poreus en zeer klein verdeeld
hout, maakt het noodig de vulling dichter bij den ovenmond
te plaatsen; deugdelijker brandhout, vooral in blokken, ver-
eischt eene meer gelijkmatige verdeeling over den ovenvloer.
In dit laatste geval kan de noodige hoeveelheid hout verdeeld
worden in zeven hoopentwee daarvan worden geplaatst in de
uiterste hoeken achter in den oven en in brand gestoken. Daar
na schikt men, ongeveer op het midden van de ovenlengte,
langs de beide zijwanden, de twee volgende hoopen die eenige
«ogenblikken later worden aangestokeneindelijk worden twee
boopen gelegd langs de zijwanden, dicht bij den ovenmond,