184 waren om de colonne te beveiligen, werd met goed gevolg gebruik gemaakt van op doelmatig gekozen punten opgestelde flankaf- deelingen. Ad 3e. Dikwijls ook is 't voorgekomen, dat de Sakalaven eene hinderlaag, minstens een honderdtal geweren sterk, hadden gelegd dwars over en ter weerszijden van het pad dat de colonne moest volgen. De beste wijze van optreden hiertegen was steeds het bezighouden van den vijand in front en het optreden tegen de flanken zijner stelling. Nauwelijks was de vijand omtrokken of dacht hij dit te zijn, of hij verliet zijne stelling. Ad 4e. Tegenover de rivierstoomers en de zeilschepen zijn de Sakalaven in den regel opgetreden door een hevig vuur tegelijk ertijd van beide oevers afgegeven. Eenige kanonschoten of goed- gerichte salvo's waren echter meestal voldoende om hen te doen afdeinzen. Tegenover kleinere vaartuigen traden zij ondernemender op en schroomden zelfs niet op deze jacht te maken, waarbij zij zich dikwijls bedienden van de volgende listOp den eenen oever, op een in het oog vallend punt, stelden zij eenige gewapenden op, die alles deden om de aandacht te trekken. Onderwijl ver borg zich een talrijke troep vijanden met zijn vaartuigjes in het oeverbosch op den tegenovergestelden oeverde opvarenden, die de gewapenden bemerkten en met hunne vaartuigen zooveel mo gelijk den anderen oever hielden, vielen natuurlijk in de gestelde hinderlaag. Uit het voorgaande volgt, dat de normale vechtwijze der Sa kalaven is de hinderlaag in al haar vormen. Waakzaam zijn zij zeer weinig en het minst nog gedurende den nacht. De Franschen maakten van deze zwakheid van den tegenstan der op ruime schaal gebruik, deden vele geheime nachtmar- schen, om bij het aanbreken van den dag verrassend aan te grijpen. Gevuurd werd hierbij weinig of in 't geheel niet. Eenmaal de nederzetting omsingeld, snelde men ten storm vooruit, want deze alleen is, algemeen gesproken, tegenover onbeschaafde vol ken beslissend. Men gaf den verrasten tegenstander geen tijd meer om tot bezinning te komen, doch viel hem dadelijk op het lijf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 198