- 201
deze bepaling praetisch niet wordt toegepast, ja zelfs voor toe
passing onvatbaar is, en zulks zoowel uit gebrek aan geschikte
officieren en kader als ten gevolge van omstandigheden, die
vele daartoe geschikte personen allen lust, ijver en toewijding
voor zulk een taak geheel moeten benemen.
Bovendien kan de bepaling in de 6e alinea nooit naar belmo
ren in een werkelijk goede opleiding van instructeurs voorzien,
zoolang zulks niet in een afzonderlijken, geregelden cursus
plaats heeft.
Het bepaalde in de ie en 5e alinea bevat de hoofdvoorwaarde
waaraan voldaan moet zijn, wil het onderwijs den man werkelijk
in ruime mate ten goede komen. Waar intusscïien aan die hoofd
voorwaarde in zoo geringe mate voldaan wordt als in casu, is
het ook duidelijk, dat de gymnastiek nooit meer dan een offi
cieel schijnbaar gewichtige, inderdaad echter een zeer onder
geschikte rol bij de militaire vorming heeft gespeeld.
Er werd officieel gymnastiek gedaan volgens een goed Voor
schrift, de wijze waarop en met welke resultaten, daar werd
niet naar gevraagd. Waaromniet? Zoowel wegens gebrek aan
belangstelling als wegens zeer misplaatste onderschatting van
hare waarde, een gevolg van onbekendheid met het wezen en
de strekking van militaire gymnastiek. Men vergat daarbij te
veel, dat gymnastiek noodig is tot vorming en onderhoud van
het goede fundament en had daarvoor dan ook weinig of geen
tijd, wel echter voor andere militaire oefeningen van dikwijls
„twijfelachtige" waarde.
Dit is werkelijk een betreurenswaardige toestand. Zou er hoe
genaamd geen verband bestaan tusschen die geringe belangstel
ling en onderschatting van gymnastiek (en schermen) en de zoo
herhaalde klacht over de geringe militaire waarde van onze in-
landsche soldaten
Deze hebben in ons leger de overgroote meerderheid, het be
loop van een eventueelen oorlog zal door hun gedrag grooten-
deels bepaald worden. Waar wij dus maatregelen gaan treffen
om een zooveel mogelijk gunstig beloop te waarborgen, moe
ten die in de eerste plaats betrekking hebben op eene verhoo
ging van de militaire waarde onzer inlandsche soldaten; daar
toe mag geen middel onbeproefd blijven. Hierop is in den laat-
Dl. I, 1905. 15