215
militairen dienst met ontzetting van de bevoegdheid om bij de geicapende
macht te dienen. (W. v. M. S. 15)".
„Art. 59 W. v. S. berust op de overweging, dat, behalve de daar ver-
„raelde straffen, geen andere op den tot levenslange gevangenisstraf ver-
„oordeelde kunnen worden uitgevoerd. Wat voor de levenslange gevangenis
straf geldt, moet ook gelden bij oplegging van de doodstraf zie voorts
„bij art. 15.
„Het geval dat „ontslag zonder ontzetting" naast doodstraf of levens
lange gevangenisstraf zou moeten worden opgelegd, schijnt ondenkbaar,
„terwijl het plaatsen in een straf klasse vóór de executie dwaasheid zou
jzijn. Ook de verlaging is niet in het artikel opgenomen, aangezien in
„het geval van gratie in den regel de straf zal veranderd worden in
„tijdelijke gevangenisstraf en daarbij overwogen zal worden of verlaging
„noodzakelijk is; wordt geheele vrijstelling van straf verleend, dan zal er
„ook wel geen bezwaar zijn den begenadigde zijn graad van onderofficier
„te doen behouden.
Art. 39.
Bij samenloop van strafbare feitenop de wijze in de artikelen 57 en
58 van het Wetboek van Strafrecht bedoeld, worden de straffen van plaat
sing in een strafklasse opgelost in ééne straf, waarvan de duur wordt be
paald binnen de grenzen van artikel 19 van dit Wetboek.
„(W. v. M. S. 18)."
„Het artikel berust op dezelfde beginselen als art 60, no. 1 en art. 62,
„laatste lid, W. v S."
Zooals men uit dit citaat ziet, onderstelt de schrijver het wetboek van
strafrecht bekend en verwijst hij voor de algemeene beginselen naar dat
we:boek. Slechts aangaande het leerstuk van opzet en schuld komt onder
de „algemeene opmerkingen" een kleine bespreking voor.
Bij art 1 t/m 5, dat de Nederlandsche strafwetten op den militair
toepasselijk verklaart mutatis mutandis, had men een verwijzing naar deze
algemeene leerstukken verwacht en anders bij deze titels 4, 5 en 6 (e. a
]STu heeft de schrijver wel bij eenige artikelen uit het 2e boek, waarin
de speciale delicten omschreven worden, iets aangaande de vraag vermeld,
of poging tot zeker delict bestaanbaar en strafbaar is, bv. bij art. 61
(militair verraad en samenspanning daartoe, waarbij de schrijver con
cludeert, dat een enkele afspraak van 2 of meer militairen tot verraad
strafbaar is, maar een voorbereidingshandeling zonder „begin van uitvoe
ring" van verraad, door 1 militair gepleegd, straffeloos, maar waarbij
onbeantwoord blijft, of poging tot samenspanning bestaanbaar is, enz.)
art. 62 (verspieding, dat is le het trachten inlichtingen te verkrijgen, 2e