219
is dit niet, ook niet voor zooveel betreft de aanlegkosten van de Atjektram,
want de ondergeteekende kan niet de juistheid erkennen van de bezwaren,
die werden geopperd tegen het opnemen van die kosten onder dit soort
wan uitgaven. Wbl is waar kunnen niet terstond de rente en aflossing van
het aanlegkapitaal uit de netto-opbrengst van het verkeer bestreden worden,
maar daarbij mag niet uit het oog worden verloren, dat zooals in de
Memorie van Toelichting betreffende de wetten tot wijziging en verhooging
•der begrooting van uitgaven van Nederlandsch-Indië voor 1903 van 23
Juli 1903 1) Staatsbladen nos. 220 en 221) in het licht werd gesteld-
bet tot stand komen van de stoomtram eene aanzienlijke besparing van
transportkosten van gouvernementsreizigers en goederen ten gevolge zal
hebben, die de van den tramaanleg voor de schatkist te verwachten baten
belangrijk doet stijgen. Io het Yoorloopig Verslag wordt er echter terecht
op gewezen dat de uitgaven voor irrigatie-opneming onder de gewone
bestuursuitgaven moeten gerekend worden, zoodat het in de Memorie van
Toelichting voor productieve uitgaven genoemde bedrag van 9 332 000
met f 160 000 moet verminderd worden.
Het ongunstige van het beeld, dat deze begrooting van stand der Indische
geldmiddelen geeft, ligt voor den ondergeteekende in het, ook in het
Voorloopig Verslag geconstateerde feit, dat een deel van het tekort ver
oorzaakt wordt door de gewone uitgaven. Dit deel bedraagt ruim f 5 400 000
■en zou nog grooter geweest zijn als niet voor 1905 gerekend was op de
opbrengst van een deel der aanvankelijk voor verkoop in 1904 bestemde
hoeveelheid koffie. Omtrent de bedoeling, waarmede deze koffie gereser
veerd werd, bestaat bij sommige leden blijkbaar een misverstand. Het
geschiedde noch met het doel om te speculeeren noch uit de zucht om de
ontwerp-begrooting te fiatteeren, doch uitsluitend op grond van de over
weging dat het ook in het belang van den Staat is de beteekenis, welke
de koffieveilingen nog altijd bezitten, niet door eene tijdelijke onderbre
king te doen verloren gaan. Was de bedoelde maatregel niet genomen,
dan zou er het volgend jaar voor de veilingen hier te lande van gou-
vernementswege geen koffie beschikbaar zijn geweest en die afwezigheid
van aanbod zou zeker ongunstigen invloed hebben geoefend op de later
te hervatten veillingen. Het staat, zooals in het Voorlopig Verslag wordt
opgemerkt, wel geenszins vast dat de oogst van het volgend jaar beter
zal zijn, maar de in de Memorie van Toelichting medegedeelde ervaring
te dezen opzichte geeft toch alleszins grond om het te verwachten.
Acht dus ook de ondergeteekende het verschijnsel, dat reeds ten vorigen
jare aan het licht trad, doch dat zich dit jaar door den slechten koffie-
1) Gedrukte stukken, Zitting 1902 1908 -160 no. 3.