224 gegeven, op het landsbelang gegronde redenen onderschrijft hij nog ten volle. Kort vóór zijn aftreden heeft ook de vorige Gouverneur-Gene raal als zijn gevoelen te kennen gegeven, dat vermindering van de trak tementen en pensioenen 's lands belang beslist zou schaden. Het denkbeeld om het maximum der traktementen in Indië, behalve dat van den Gou verneur-Generaal, op f 15 000 en het maximum van de pensioenen op 4000 'sjaars te stellen, acht de ondergeteekende dus verwerpelijk. Wat de burgerlijke pensioenen betreft is het bedrag van het pensioen geheel onafhankelijk van den rang van den lansdienaar, en wordt het enkel (behoudens in het geval, voorzien in art. 1 litt. b van het pensioensreg lement in Indisch Staatsblad 1881 No. 142) naar reden van diensttijd en bezoldiging vastgesteld. Wat de .militaire pensioenen betreft zij in herinnering gebracht, dat het beginsel om ze te regelen naar den rang, die de gepensionneerde bekleedt, slechts een paar jaren geleden immersin de pensioenwet voor de landmacht 1902 Staatsblad No. 90) voor het leger hier te lande opnieuw bevestigd werd. Dit beginsel voor het Indische leger los te laten ware, met het oog hierop, moeilijk te motiveeren. Verwijzende naar hetgeen over bezuiniging op de kosten van het Euro- peesch personeel hiervóór werd gezegd, zij met betrekking tot het vraag stuk van inkrimping van het Europeesch en uitbreiding van het inlandsch personeel nog aangeteekend, dat naar eene oplossing daarvan, ook naar de meening van den ondergeteekende, zeer ernstig moet worden gestreefd. Maar elke stap in die richting moet, om der gevolgen wille, nauwgezet worden overwogen, zoodat de maatregel slechts zeer geleidelijk toepassing kan vinden. Bij do mededeeling, dat verscheidene maatregelen wegens den stand der begrooting moesten worden uigesteld, had de ondergeteekende niet alleen op het oog voorstellen van den Gouverneur-Generaal, die hij niet had overgenomen, maar ook door de Indische regeering wenschelijk ge achte maatregelen, die de Gouverneur-Generaal om financieele redenen niet had voorgesteld. De bedoelde maatregelen betroffen meerendeels verbetering van traktementen en uitbreiding van kaders, waarvan het niet wenschelijk is mededeeling te doenvoorts uitstel van nog niet strikt noodzakelijke bouwwerken, aanschaffingen en dergelijke. Tot uitbreiding van ons direct bestuur moet zeker niet worden over gegaan als het mogelijk is met behoud van bestaande inlandsche orga nisaties de verplichtingen na te komen, die onze positie als koloniale mogendheid ons oplegt. Dat echter in het algemeen aan inkrimping van ons direct bestuur niet kan gedacht worden, behoefc geen betoog. 2. Tusschen den ondergeteekende en de leden, die opnieuw over het voeren van imperialistische politiek in Indië klaagden, bestaat over de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 238