232
uiterst gevaarlijk werk het dikwijls nog mocht gelukken vrouwen en kinde
ren te sparen. Meermalen moesten de marechaussees echter ook voor zelfver
dediging vrouwen en kinderen neerschieten, als zij met lansen staken en
met het blanke wapen aanvielen. Kinderen van hoogstens 7 jaren oud
liepen weieens met een groot mes op de soldaten in." Hier echter moest
na de bestorming de strijd om het binnenterrein in een zeer groote kam
pong worden uitgestreden, waardoor, ook al omdat niet alle uitgangen
waren afgesloten,, de kansen om te ontsnappen veel gunstiger werden, en
eenmaal deed hier de colonne-commandant het gevecht afbreken en den
troep een eind teruggaan, om aan een groote hoop vrouwen en kinderen,
die zich nog in en tusschen de huizen bevonden, vrijen aftocht te laten,
hoewel was waar te nemen, dat tusschen hen ook mannen met geweren
ontsnapten, waarvan te voorzien was dat zij in eene volgende versterking
weer tegenover ons zouden staan. liet aantal gesneuvelde vrouwen en
kinderen bedroeg hier slechts vijftien tegenover 164 gesneuvelde mannen.
Aan onze zijde had men 30 gewonden.
Toen den volgenden dag de waarnemende Kedjoeron zich kwam mel
den, deed de colonne-commandant door zijne tusschenkomst de hoofden
opnieuw ter onderwerping oproepen en tevens bekendheid geven aan eene
uitspraak van een groot Korangeleerde in de Gajo Loeos, dat alle tegen
stand tegen de Compenie wegens gebleken overmacht nutteloos was en
dat men derhalve in de onderwerping mocht berusten. Deze pogingen
hadden in zoover eenig gevolg, dat de kampongs der Kedjoeronpartij
Porang, Golo, Penggalangan, Koeto Sere en Koeto Boeket, die, evenals
Penampakan zelf, goed versterkt waren en dus oorspronkelijk wel aan
tegenstand hadden gedacht, aan de oproeping gehoor gaven en later nog
de eveneens versterkte kampongs Mbatjang en Boeket volgden. Alle andere
kampongs echter zonden ontwijkende, enkele zelfs beleedigende antwoorden.
Toen herhaaldelijk aangewende pogingen om de kampong Badaq, met
welker bevolking zich de meeste uit Koeto Lintang en Boeket ontsnapten
vereenigd hadden, tot overgave over te halen schipbreuk leden, voor
namelijk door de aanwezigheid van de beide oudste radjah's uit Boeket,
die het verzet aanvuurden en zelfs het bivak onzer troepen verontrustten,
moest den 4en April tot den aanval op die kampong worden overgegaan,
echter niet dan nadat nog een ultimatum was gezonden, op gevaar af van
daardoor den tegenstand meer voorbereid te vinden en dus voor de in
middels met de uit de residentie Sumatra's Oostkust opgerukte colonne 1)
vereenigde troepen de taak te verzwaren. Ook in deze kampong hield
1) Over het door deze colonne op 28 Maart te Sandaran geleverde, reeds in het Koloniaal
Verslag vermelde gevecht, waarbij wij 5 gewonden en de vijand 34 dooden bekwam, zijn
geen gevechtsrapporten ontvangen: