236 grooter dan elders, de strijd om Koeto Lengat Baroe, de laatste kampong- die veroverd moest worden, was de bloedigste door het fanatiekste verzet 1). De bevolking streed hier familiesgewijze. Aanvallen met het blanke wapen, zelfs over zoo groote afstanden dat zij onmogelijk konden slagen, kwamen zoowel van mannen als van vrouwen voor. „De meesten" zoo- besluit de luitenant-kolonel van Daalen zijn rapport „hadden zich op de plaats, waar zij zich verdedigden zelf hunne doodskuilen gegraven,, waarin zij wenschten te vallen en waarlijk zij zijn ook geen duimbreed geweken, eerbied afdwingend, maar droevig". De ondergeteekende vertrouwt dat deze uitvoerige inlichtingen de over tuiging zullen vestigen, dat de droevige gebeurtenissen, die het ons door de omstandigheden geboden optreden tegen de ons van ouds vijandig gezinde Gajo Loeos in het leven hebben geroepen, geen blaam werpen op onze troepen, noch ook op hunne aanvoerders; dat integendeel alles gedaan is- om die gebeurtenissen te voorkomen en dat het enkel aan de onverzette lijkheid van enkele hoofden en het door hen tot fanatisme opzweepen der bevolking moet worden geweten, dat die pogingen niet zijn geslaagd. Dit alles stemt trouwens geheel overeen met wat mondeling omtrent het gebeur de door den tegenwoordigen Gouverneur-Generaal werd medegedeeld. Aan de aandacht toch van de leden, die bevreemding toonden over de aan den luitenant-kolonel van Daalen ten deele gevallen onderscheiding,, zal het wel niet zijn ontgaan, dat diens bevordering tot commandeur in de Militaire Willemsorde eerst is gevolgd, nadat de luitenant-generaal van Heutsz Nederland had bereikt. Toch meent de ondergeteekende dit nog in het bijzonder te moeten releveeren, omdat zijne voordracht aan de Koningin ten gunste van den luitenant-kolonel van Daalen inderdaad niet steunde zooals dit in andere gevallen, bij de toekenning van mi litaire belooningen, het geval is op schriftelijke rapporten alleen, maar bovendien, en vooral, op de mondeling met aandrang gedane aanbeveling van den luitenant-generaal van Heutsz, onder wiens oogen de luitenant kolonel van Daalen de hem op de schouders gelegde zoo zware taak had volbracht, en die herhaaldelijk de overtuiging uitsprak, dat niemand meer dan de luitenant-kolonel van Daalen zelf kan betreuren, dat zijn krijgsmans plicht hem dwong tot zoo bloedig optreden ook tegen vrouwen en kinderen. De tocht van de colonne van Daalen zou natuurlijk weinig nut voor den vielen. Te Likat aan dooden 220 mannen, 124 vrouwen en 88 kinderen; aan ge wonden 2 mannen, 17 vrouwen en 82 kinderen, terwijl ons 17 ongedeerde kinderen in handen vielen. 1) Te Koeto Lengat Baroe verloor de vijand aan dooden 338 mannen, 186 vrouwen en 130 kinderen; aan gewonden 1 man, 16 vrouwen en 32 kinderen, terwijl 28 kinderen ongedeerd bleven. Aan onze zijde in de" drie gevechten 6 dooden en 63 gewonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 250