247 Zij had zich daarna gevestigd te Toembang Koeloen aan de Beboeat en aan de Moeara Beboeat, ten einde van daar zich eene rechtstreelcsche verbinding over land naar de monding der Masaoe te verschaffen en zoo te kunnen samenwerken met eene colonne uit de Boven-Kapoeas gezonden, waardoor de vijandelijke benden tusschen twee vuren zouden zijn gebracht. Die toeleg mislukte echter door het onverwacht terugtrekken uit de Kapoeas van deze benden die zich nu wierpen op de colonne Dranssen Herderschee en deze ten slotte noodzaakten om met verlies van twee gesneuvelden (w.o. een officier) en een gewonde begin Juni op Poeroek Tjahoe terug te trekken. De laatste telegrafische berichten omtrent den politieken toestand melden, dat op 31 Augustus jl. een aanval plaats had op het blokhuis te Montallat en dat Batoer met zijn bende Boentolc bedreigde. Deze feiten staan niet onwaarschijnlijk in verband met de strengere toepassing van de bij Indisch Staatsblad 1893 no. 218 verordende dwangmaatregelenalthans in een rapport van den resident van Juli wordt vermeld, dat dit verzet heeft opgeleverd, zich uitende in beschieting onzer bewakingsposten aan de zijrivieren beneden Teweh. Ten aanzien van de in de naaste toe komst tegenover de pegoestian te volgen gedragslijn heeft de Indische Begeering in het laatst van April de noodige instructiën aan den resident verstrekt. Daarbij is voorgeschreven, dat hoofddoel onzer handelingen moet blijven het in handen krijgen van den pretendent en diens klein zoon Antoeng Kwing, terwijl mede groote waarde moet worden gehecht aan de arresteering of het onschadelijk maken van de voornaamste hoof den der bondgenooten van do sultanspartij. De middelen, die zullen moeten worden aangewend om dit doel te bereiken, zullen in bijzonder heden door den resident, in overleg met den gewestelijken militairen commandant, moeten worden aangegeven. In hoofdzaak zullen zij moeten bestaan uit het opjagen en nazetten der hoofden van het verzet, in de eerste plaats Goesti Mohamad Seman, door de militaire macht en inland- sche hulptroepen, benevens uit een strenge toepassing der voormelde beperkende bepalingen op in-, uit- en vervoer. Het moge waar zijn, dat clandestiene toevoer van levensbenoodigdheden naar de Boven- en Mid den-Doesoen niet geheel te beletten zal zijn, te betwijfelen valt het toch niet, dat een strenge toepassing dier bepalingen voor de bevolking zeer hinderlijk is en de prijzen der levensbenoodigdheden zeer zal doen stijgen. De omstandigheid, dat daardoor niet alleen de pegoestian en hare aan- hang, doch in zekeren zin ook de ons niet openlijk vijandig gezinde be volking zal worden getroffen, schijnt eer een voor-dan een nadeel. De Dajaksehe bevolking weet toch zeer goed, dat de maatregel uitsluitend tegen de pegoestian is gericht en het staat aan haar om den pretentent

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 261