250
aan het gerucht, waarvan het Yoorloopig Verslag zich tot tolk maakt,
geloof te slaan. Van het door den assistent-resident Engelenberg ont
wikkelde plan tot vorming van eene federatie van zelfbesturende land
schappen aan de Tomini-bocht, heeft de ondergeteekende met belangstelling
kennis genomen. Zoolang het echter niet duidelijker is omlijnd, moet
hij er zijn oordeel over voorbehouden.
Omtrent het verdere verloop van de in kolom 95 van het Koloniaal
Verslag vermelde verwikkelingen tussclien de Alfoeren op West-Ceram,
kan worden medegedeeld, dat de resident van Amboina den 23en Mei
jl. te Piroe met de voornaamste hoofden van de negorij Eoemahsoal, en
het negorijbestuur van Waisamoe, eene bespreking heeft gehouden, waarin
het echter niet is gelukt, achter de ware oorzaak te komen van de tegen
Waisamoe gepleegde vijandelijkheden. Aangezien de hoofden van Eoe
mahsoal echter hunne verplichting niet waren nagekomen om aan het
Europeesch bestuur aanstonds van ontstane of dreigende verwikkelingen
kennis te geven en zij ook, door het zonder wettige reden verbreken van
het verbond tusschen Eoemahsoal en Waisamoe, eene volgens do lands-
inslellingen zeer strafbare daad hadden gepleegd, werd de opgelegde straf
van betaling eener boete, gelijkstaande met de toegebrachte schade, door
den resident gehandhaafd en werden de te Ambon aanwezige gijzelaars
in arrest gehouden.
Hetgeen later is gebeurd is nog slechts uit telegraphische mededeelingen
van den resident aan den Gouverneur-Generaal bekend. In Juli werden
Honitetoe en andere Alfoersclie negorijen door eene militaire patrouille
bezocht zonder dat eenige moeilijkheid ondervonden werd, doch met
Eoemahsoal zijn, blijkbaar wegens weigering om het aandeel dier negorij
in de opgelegde boete te betalen, moeilijkheden ontstaan, die eene excursie
in het binnenland noodzakelijk hebben gemaakt, waarbij aan onze zijde
2 officieren en 12 mindere militairen, benevens de alfoersche gids en 2
koelies werden verwond.
Nopens de gebeurtenissen op het eiland Flores kan, in aansluiting aan
hetgeen in kolom 105 en 106 van het Koloniaal Verslag is vermeld, het
volgende worden medegedeeld.
Toen in den loop van dit jaar de door den radja van Larantoeka aan
gestookte rooftochten van den bergstam der Kiwang Ona in het gebied
van den radja van Adoenara onverminderd voortduurden en alle vertoogen
van den resident niet dan eene zeer kortstondige uitwerking bleven hebben,
heeft de resident van Timor zich den 30en Juni naar Larantoeka be
geven, den radja don Lorenzo aan boord van het gouvernementsstoom
schip Pelikaanin arrest gesteld en hem, in afwachting van wat verder