253
ongeveer 250 gewapenden den kadaton bestormen, om den sultan en zijne
familie te vermoorden. Aan het bij den kadaton gestationneerd militair
detachement, dat de eerste aanval van de woedende bende had af te
slaan, was het te danken dat de aanslag, die op aansporing van uit tmn
ambt ontzette Tidoreesche hoofden blijkt te hebben plaats gehad, mislukte
en de bende met een verlies van 4 dooden en 5 gewonden werd terug
gedreven.
Het bestuur van den sultan van Tidore laat inderdaad veel te wen-
schen over. De vraag, wat gedaan moet worden om tot een beteren
toestand in dit sultanaat te geraken, houdt de Indische regeering ernstig
bezig.
Yersterking van de militaire macht op Zuid-Nieuw-Guinea wordt niet
■enkel onnoodig geacht, maar de Indische regeering heeft integendeel,
in verband met den gunstigen politieken toestand in dit gewest, besloten
om, afloopende op Januari 1906, de militaire bezetting te Merauke ge
leidelijk te vervangen door gewapende politiedienaren ter sterkte van 1
Europeesch instructeur, 2 sergeanten, 6 korporaals en 100 minderen.
Het rapport van den directeur van binnenlandsch bestuur, nopens het
hem opgedragen onderzoek in zake de ongeregeldheden in de tot de
residentie Soerabaja behoorende afdeeling Sidoardjo, heeft het Depar
tement van Koloniën nog niet bereikt. Doch juist dezer dagen ontvan
gen gegevens stellen den ondergeteekende in staat om het noodige licht
te doen vallen over de door sommige leden ontvangen inlichtingen, vol
gens welke die ongeregeldheden het gevolg zouden zijn van ongeoorloof
de handelingen ten bate van suikerfabrikanten en gesproken werd van
uitgeoefenden dwang tot aankoop van Europeesche ploegen door de in-
landsche bevolking en van het doen afsnijden van onrijpe tweede ge
wassen, ten einde gronden na den afloop van den rijstoogst vroeger voor
de suikerteelt beschikbaar te hebben.
Gedeeltelijk door natuurlijke oorzaken, gedeeltelijk door wijzigingen in
de bevloeiing in het algemeen, is sinds het jaar 1901 eene vertraging te
bespeuren in de hoofdmomenten van den rijstbouw in de afdeeling Sidoardjo,
die natuurlijk van invloed is op de oplevering van de voor den rietaanplant
gehuurde velden en daarom stemmen deed opgaan ten gunste van een teruc-
keeren tot de teelt van eene vroeger door de bevolking gebezigde, door
den invloed van den Eegent verlaten vroégrijpende, doch minderwaardige
padiesoort. De Eegent echter, die dit laatste uit den aard der zaak wilde
voorkomen, beraamde met den controleur van Prambon het plan voor eene
zoodanige regeling ten opzichte van de bevloeiing, dat de voor den riet-
aanplant bestemde velden, ter uitgestrektheid j{van pl. m. 12 000 bouws
tijdig van levend water konden worden voorzien, terwijl de bewatering van