267 Uit hetgeen terzake werd medegedeeld in de kolommen 148 150 van het Koloniaal Verslag blijkt, dat de Indische regeering een geopend oog heeft voor de noodzakelijkheid om krachtig de hand te houden aan de hydrogra- phische opneming van den Archipel. In verband hiermede heeft zij reeds het voornemen te kennen gegeven om een van de eerlang uit de Atjohscho wateren beschikbaar komende fiottieljevaartuigen nog voorshands in dienst te houden en het te gebruiken in het belang van die opneming, die ook gedurige verificatie van de bestaande zeekaarlen ten doel heeft. Zooals werd medegedeeld op blz. 31 der Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag nopens de begrooting voor het loopende jaar, is het plan van de Koninklijke Paketvaartmaatschappij om in 1903 een zee vaartschool te openen niet tot uitvoering gekomen wegens gebrek aan een voldoend aantal adspiranten. Blijkens een bericht in Het Onderwijs van 16 Juli van dit jaar zouden de jongelieden, die in het vorige jaar door genoemde maatschappij als stuurmansleerling zijn aangenomen, gerekend van 1 Augustus jl. af, op kosten dier maatschappij hunne theoretische op leiding ontvangen. In verband daarmede is onlangs aan den commandant der zeemacht de opdracht verstrekt om te overwegen welke voorzieningen naar aanleiding van dit bericht van Regeeringswege zullen zijn te treffen. Uit de mededeeling in kolom 150/151 van het Koloniaal verslag, dat de schepen der Javadivisie werden aangewezen om in de nabijheid van Java te vertoeven en gezamenlijk geoefend te worden, met het oog op hunne bestemming in oorlogstijd, kan geenszins worden afgeleid, dat zij bij die oefeningen aan bepaalde havens zijn gebonden. Integendeel hebben die oefeningen in de Javazee geheel los van de locale verdediging plaats gehad, overeenkomstig de bestemming van het eskader in oorlogstijd, waarin geenerlei verandering is gebracht. Over de vraag of het mogelijk zal zijn de schepen van het auxiliair eskader in de toekomst, bv. bij afwisseling, aan te wijzen om een reis te maken buiten het gebied van Nederlandsch-Indië is eene gedachten- wisseling geopend met de Indische regeering. Yoor het oogenblik zouden de eischen die gesteld worden door de handhaving onzer neutraliteit zulke reizen zeker niet gedoogen. Uitgaven in Nederland. lilde Afdeeling. Onderaf deeling 15. Tot dusver worden gepcusionneerde en gegageerde militairen, als de gelegenheid zich daartoe voordoet, nu en dan, in aan merking gebracht voor de vervulling van civiele betrekkingenmaar dat hun daarbij een bepaalde voorrang" wordt toegekend kan niet gezegd worden. Maar bij de Departementen van Oorlog, Marine en Koloniën wordt, in onderling overleg, de mogelijkheid overwogen om tot een wet-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 281