275
zijn, evenals die van de overige residentiën, bij de topogra-
phische inrichting te 's Gravenhage gereproduceerd naar de bij
het Topographisch Bureau te Batavia samengestelde verzamel
kaarten op dezelfde schaal. Uit een lithographisch oogpunt kun
nen de volgens het procédé-Eckstein vervaardigde residentiekaar-
ten zeker pronkjuweeltjes worden genoemd.
Yoor wat het algemeen verband en de configuratie van het
terrein betreifen, verdienen de topographische kaarten van de
tusschen de jaren 1870 en 1886 opgenomen gewesten zeker nog
het noodige vertrouwen.
Omdat echter sedert de oorspronkelijke opneming, die van 36—
20 jaren geleden dateert, behalve in den laatsten tijd van Batavia
en de Preanger, geen bijhouding geschiedde en vooral in de
laatste kwart eeuw, als een gevolg van de toeneming der be
volking en van den aanleg van spoor- en tramwegen, groote
wijzigingen in het wegennet, in de nederzettingen der bevolking
en in den cultuurtoestand hebben plaats gehad, zijn ook de details
dezer kaarten reeds grootendeels verouderd en zijn de kaarten
mitsdien voor militair gebruik zeer in waarde gedaald.
Het Departement van Oorlog kan echter gelukkig niet het
verwijt treffen, dat niet tijdig maatregelen werden beraamd om
het verouderen der kaarten te voorkomen, want reeds in 1881
werden aan de Regeering voorstellen gedaan om de van 1854
tot 1870 opgenomen gewesten opnieuw te doen opmeten en kaar-
teeren, op welke voorstellen echter afwijzend werd beschikt.
Een even ongunstig onthaal ondervonden aanvankelijk de in
1893 gedane voorstellen, waarbij op eene grondige herziening
van de verouderde topographische kaarten werd aangedrongen
maar gelukkig hebben die voorstellen hoofdzakelijk echter in
verband met de in 1895 betoogde noodzakelijkheid van de op
richting eener opleidingsbrigade voor de vorming van het jonge
opnemerspersoneel in 1896 aanleiding gegeven tot het goed
keuren der herziening van de geheel verouderde kaarten van
Midden-Java, waarmede in datzelfde jaar in de residentie Ba-
njoemas een aanvang werd gemaakt. Al zeer spoedig bleek echter,
dat van eene herziening, d.w.z. van het bijwerken der kaarten
en het inteekenen der sinds de oorspronkelijke opneming plaats
gehad hebbende veranderingen, geen sprake kon zijn, want de