- 281
dat het in een land als Indië, waar nog zoo ontzaglijk veel op-
cartographisch gebied te verrichten valt, niet mogelijk is voor
speciaal militair gebruik omvangrijke topographische opnemin
gen te doen uitvoeren.
De opnemingen van den Topographischen Dienst kunnen en
mogen dan ook geen exclusief militair karakter dragen, maar
moeten met de algemeene belangen van den Lande rekening hou
den. En juist met het oog op die belangen men denke slechts
aan spoorwegaanleg, irrigatie, mijnontginning enz. is de voor
militaire detailbladen noodig geoordeelde schaal 1:50.000 in de
meeste gevallen te klein, zoodat men wel verplicht is de oor
spronkelijke opneming eener landstreek te doen geschieden op eene
schaal, welke voor alle takken van den staatsdienst en ook voor
het particulier belang het meest mogelijke nut kan afwerpen.
Eischt het militair belang detailkaarten op kleiner schaal, dan
schiet er niets anders over, dan het maken eener verkleining
van de ten algemeenen nutte meest gewenschte kaarten op groo- I
ter schaal.
In 't algemeen kan gezegd worden, dat de keuze der schaal
voor de oorspronkelijke kaarteering beheerscht wordt door het
economisch belang der op te nemen landstreek. Van een goed be-1
volkt terrein, dat vermoedelijk in de naaste toekomst voor spoor-
wegaanleg in aanmerking kan komen, zal het bv. noodig zijn
de detailkaarten direct op groote schaal te vervaardigen. Geldt
de opneming eene woeste landstreek, van welke ten algemeenen
nutte in de naaste toekomst geen partij te trekken valt, dan
kan daar de opneming direct op kleine schaal geschieden en zijn
de militaire belangen geheel vereenigbaar met de economische^^
Dat men in vroegere jaren ten opzichte van de oorspronkelijke
schaal eener kaarteering andere inzichten toegedaan was, valt
echter niet te ontkennen. Toen nl. in 1854 besloten werd tot de
kaarteering van Java op 1:10.000, strekte men de opmetingen en
kaarteering op die schaal tót zelfs over de meest woeste en on
toegankelijke terreinen uit en na 1870 deed men hetzelfde ten
opzichte van de schaal 1:20.000, met uitzondering van de afdeeling
Banjoewangi en van een paar terreingedeelten in de Preanger en
Bantam, die resp. direct op de schalen 1:40.000 en 1:50.000 wer
den gekaarteerd. Naar de detailbladen werden voorts, voor elk ge-