296 oordeel van beide laatstbedoelde officieren, die in de gelegenheid waren hun oordeel te gronden op ervaring te velde, onder omstan digheden, waar een goede ransel en dito schuiltent het meest tot hun recht hadden kunnen komen. Zoo kenmerkten de maanden Maart en April van het vorige jaar, waarin de tentransels in beproeving waren bij twee der brigades van de afdeeling Dar- lang, zich door een hevigen regenval, terwijl die brigades in die maanden bijna voortdurend op excursie waren (o.a. een zwaren tocht naar Gfeumpang). De buitengewoon moeilijke omstandighe den, waaronder de tentransels bij de colonne in de Gajo-landen in beproeving zijn geweest, mogen hier als voldoende bekend aangenomen worden. De voornaamste grief tegen den tentransel was, dat het tent doek niet behoorlijk waterdicht bleek. De majoor Doorman was er van overtuigd, dat het doek der uitgezonden ransels niet bestand zou zijn tegen een geweldproef, als het wrijven en knij pen, na aan de vier hoeken opgehangen en met water gevuld te zijn. Tentdoek dat zoo'n proef kon doorstaan scheen niet te vervaardigen, wilde men althans den eisch van lichtheid be houden en den prijs niet te hoog opvoeren. Na raadpleging van deskundigen en in aanmerking nemende, dat het in Nederland en Duitschland voor éénmanstenten gebezigde doek evenmin tegen zulk een geweldproef bestand is, meende de uitvinder dat die eisch te hoog gesteld was en dus te kunnen volstaan met een soort doek, eveneens van uitstekende kwaliteit en in die mate water dicht, dat het na 8 dagen lang met water gevuld en gedurende 14 dagen aan weer en wind blootgesteld geweest te zijn, niet het minste vocht doorliet. De commandant van het 8e Bataljon infanterie en die van de le compagnie van dat korps achtten de waterdichtheid van het tent doek voldoende, steunende deze meening op proeven in den geest van bovenbedoelde. Men begoot o.a. een tentdoek een geheelen dag met water, en spande het den daaropvolgenden nacht als tent het doek had geen water doorgelaten, doch was door opneming van vocht 0.4 K.G. zwaarder geworden. Ook werd een doek, in den vorm van een zak, met water gevuld, gedurende 2 dagen op gehangen en daarna aan de buitenzijde flink geknepenaan de bui tenzijde werden toen slechts enkele kleine droppels opgemerkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 312