299
gegeven den veldzak te behouden en niet meer te zoeken naar
tenten als uitrustingstuk.
Hoezeer wij net ook in het belang der gezondheid van den
soldaat, dus in dat van de marsch- en slagvaardigheid van het
leger achten, den troep te velde steeds in tenten onder te kunnen
brengen, moet o.i. toch elk stelsel waarbij het gewicht van 's
mans uitrusting hoe weinig ook vermeerderd wordt a priori
veroordeeld wordenelke vermeerdering in belasting van den
man wreekt zich op de gevechtswaarde van den troep. Daar de-
tentransel met toebehooren in drogen toestand nu reeds 1.8—1.1
0.7 K.G-. meer weegt dan de veldzak, welk verschil bij weg
neming van het hoofdbezwaar tegen het stelsel Doorman (niet
behoorlijk waterdicht), dus bij gebruikmaking van beter tentdoek
stel dat dit geleverd kan worden nog grooter zal worden
(zie boven), moet o.i. in deze richting niet verder naar een op
lossing van het tentvraagstuk voor ons leger worden gezocht
Tentmaterieel dat bij den trein door dragers wordt meege
voerd is evenzeer te veroordeelen, gelet op de moeilijkheden
nu reeds aan het transport van levensmiddelen enz. bij militaire
excursiën verbonden, moeilijkheden zoo groot, dat men dikwijls
genoodzaakt is, in strijd met het beginsel van een minimum
belasting van den soldaat, een gedeelte der vivres door den man
zelf te laten dragen.
Gegeven nu de onmogelijkheid om te velde over behoorlijk tent-
materieel te beschikken, verdient voorzeker het thans te Atjeh
zoo ruimschoots toegepaste stelsel alle aanbeveling, d.i. men
maakt tot het onderdak brengen van den troep zooveel mogelijk
gebruik van inlandsche woningen; men leert den soldaat om bij
gebrek aan dergelijke woningen zich met primitieve hulpmiddelen,
takken, bladeren enz. te beveiligen tegen regen en andere weers
invloeden; hierin hebben de Atjehtroepen reeds een groote be
drevenheid en ook in dit opzicht steken zij gunstig af bij troepen
die nog geen Atjeh-campagne achter den rug hebben.
H. B.