304
Bij de herziening der Ind. compt. wet, bij de Wet van 13
Juli 1895 (Staatsblad No. 191), heeft ook het artikel 85, hetwelk
hiervoren reeds werd aangehaald, eene geheele wijziging onder
gaan, tegelijk met artikel 86.
In de Memorie van Toelichting deelde de Minister mede, dat
het wenschelijk voorkwam in de wet de bepaling te laten voor
afgaan, wie als comptabelen zijn aan te merkenen eerst daarna
voor te schrijven wie geen comptabel ambt mogen bekleeden, zoo
dat de volgorde der beide artikelen werd omgezet. Aan dien staats
man moet evenwel niet alleen lof worden gebracht voor de meer
rationeele rangschikking dier artikelen, doch ook en zeker in de
voornaamste plaats voor de eenvoudige en duidelijke omschrij
ving, wie als comptabele landsdienaren worden aangemerkt, wel
ke thans in de eerste alinea van artikel 85 wordt aangetroffen.
In de oorspronkelijke redactie van de wet kwam deze om
schrijving eigenlijk niet voor, daar artikel 86 oud alleen het voor
schrift behelsde, dat gewone comptabelen verplicht waren reke
ning af te leggen, en dat de modellen en tijdstippen van inzen
ding der rekeningen, in overleg met de betrokken departemen
ten van Algemeen bestuur, door de Algemeene Rekenkamers in
Nederland of in Indië werden vastgesteld. De le alinea van
artikel 85 geeft thans aan:
„Behoudens het bepaalde bij artikel 75, zijn de personen en
„administratiën, van landswege belast met het ontvangen, be-
waren, betalen of afleveren van gelden en geldswaarden en van
„het bij artikel 62 bedoelde materieel, comptabel, en als zooda-
„nig verplicht aan de betrokken Algemeene Rekenkamer reke
ning af te leggen van het door hen gevoerd beheer."
Laten we de gestelde uitzondering ten opzichte van artikel
75 hier verder buiten beschouwing, daar zij betrekking heeft op
personen, belast met den verkoop van gouvernements-producten
in Nederlanddie deswege verplicht zijn rekening en verantwoor
ding af te leggen aan den Minister van Koloniën, dan blijkt uit
de le alinea van artikel 85, dat de wetgever als criterium voor
een comptabel landsdienaar wil aangemerkt hebben:
„het belast zijn met de ontvangstbewaringbetaling of afleve
ring van gelden en geldswaarden en van het bij artikel 62 bedoelde
materieel.'"