307 rekening verstrekte fondsen. Deze landsgelden worden door hem ontvangen en deze handeling is dan werkelijkheid, geen •denkbeeldige; hij bewaart ze in een hem van landswege verstrek te ijzeren geldkist en daarmede geschieden door hem betalingen. Ten opzichte van die gelden voldoet de kwartiermeester dus geheel aan het door de wet in art. 85 gesteld criterium, en waar .artikel 14 der korpsinstructie vermeldt dat de kwartiermeester „wegens zijn comptabel beheer rekenplichtig is aan de Alge- meene Rekenkamer", is de opvatting geoorloofd, dat hier alleen bedoeld moet wezen het beheer over gelden en geldswaarden niet over vivres en fourages. Want dit is geen comptabel beheer. Is het nog noodig er hier de aandacht op te vestigen, •dat de kwartiermeester de vivres en fourages noch ontvangt, noch bewaart of aflevert? Zulks geschiedt door andere perso nen, zie punt (3) der Toelichtingen op het model No. 69, luidende: „(3). De met de keuring der vivres en fourages belaste offi- .„cieren dragen zorg, dat de compagnieën enz. de aangevraagde „hoeveelheden werkelijk ontvangen en teekenen op deze bons voor „die afgifte." Wel is waar behoort de kwartiermeester, zooals hierboven •reeds werd opgemerkt, de bons model no. 69, voor voedings middelen enz. uit 's Lands voorraad te verstrekken, „voor de •ontvangst" te teekenen. Maar welke beteekenis moet aan deze for maliteit worden toegekend, nu zij feitelijk in strijd is met de wer kelijkheid? Aan niemand kan het onbekend zijn, dat de offi- •cier van kleeding van het garnizoen, die in den regel de be heerder is van de bedoelde levensmiddelen, de aangevraagde artikelen verstrektde compagnieën deze ontvangen-, met een en ander heeft de kwartiermeester geene bemoeienis. Hij is er niet verantwoordelijk voor of meer wordt gegeven dan wel verkre gen van hetgeen er op de stukken staat. Zijn aansprakelijkheid kan er zich alleen toe bepalen, dat er niet meer wordt gevraagd dan volgens de betrekkelijke tarieven aankomt, dat er dus niet over meer wordt beschikt dan waarop men rechten kan doen gelden. En dat deze rekenplichtigheiddieiseens „ordonnateurs", doch niet kan zijn die eens „comptabelen"kan voor tegenspraak niet vatbaar zijn. Op de zooeven gestelde vraag, nl. welke waarde moet wor den gehecht aan het teekenen voor de ontvangst door den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 323