308 kwartiermeester op de bedoelde bons, moeten wij dan ook heb antwoord schuldig blijven. Intusschen willen wij er de aandacht- op vestigen, dat die verklaring wel in staat is de Algemeene Rekenkamer van de zaak eene onjuiste voorstelling te geven. Het vermoeden is gewettigd, dat het college daaraan wel betee- kenis toekent. Het kan niet anders oordeelen dan op hetgeen er in de stukken die worden ingediend vermeld staat, en moet dus aannemen, dat de kwartiermeester inderdaad de levensmid delen heeft ontvangenen dus„comptabel" is. Dat in deze een misverstand aanwezig is, zal evenwel moeten worden toe gegeven. Ook ten opzichte van de vivres en fourages welke van leve ranciers worden ontvangen, staat de kwartiermeester niet in de verhouding van een comptabele. Ook dan is hij slechts or- donnateur. Dit blijkt duidelijk uit de artikelen 107 en 110 der korpsinstructie, waarvan de inhoud zooeven reeds in het kort is- weergegeven. De omstandigheid, dat de kwartiermeester in gevolge art. 13- van die Instructie belast is met de zorg voor de ontvangst van vivres en fourages let wel lezer, er staat niet dat hij ontvangt maar slechts, dat hij zorgt, dat er ontvangen wordt geeft de bevoegdheid, dat het benoodigde door hem wordt besteld bij de betrokken aannemers. Ook hier is de handeling dus feitelijk het nemen van een beschikking, en kan de verantwoordelijkheid dus niet zijn die eens comptabelen. De kwartiermeester ordonneert, door het afgeven van de bon model no. 69 aan den leverancier, de verstrekking, hij zelf ontvangt niet, en behoort ook niet toe te zien, dat door de compagnieën ontvangen wordt hetgeen er op de stukken vermeld staat. Daarvoor zijn andere personen aangewezen, en het blijkt ook reeds min of meer uit artikel 110 der korpsinstructie indien er afkeuring plaats heeft, en in de plaats van de op de bons vermelde artikelen surrogaten of andere levensmiddelen worden ontvangen, wordt daarvan slechts „aanteekening" gehouden, niet voor de verantwoording van de vivres aan de Algemeene Rekenkamer, want in de afrekening wordt van een en ander geen melding gemaakt en handelt men dus alsof de op de bons vermelde vivres en fourages werkelijk ontvangen zijn. De kwartiermeester dient echter ook hier er op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 324