311
herinnert zich, dat bij het overtrekken van een rivier een zeker
aantal dwangarbeiders „door den snellen stroom van de been
raakten, en hunne vrachten verloren, die door het water werden
medegevoerd." En de commandant van den trein herinnert zich
dit ook, men weet zelfs precies wat er zich in die verdwenen
colli bevond, alles wordt geverbaliseerd, en er is een stuk, waar
mede de verschillen niet alleen geheel worden gedekt, maar waar
door soms de tekorten veranderen in overbevindingen, de zaak
is in het reine, „das Yaterland kann ruhig sein"; op uitstekende
wijze is het beheer gevoerd, daarvan leveren de ingediende be
scheiden der Algemeene Rekenkamer het wel en deugdelijk bewijs-
Een „goed" kwartiermeester heeft voor dergelijke processen-
verbaal een geschikt modelhij is toch de persoon, die het stuk
moet opmaken en er dan voor moet zorgen daarop de vereischte
handteekeningen van één of meer „commissie-leden" te verkrij
gen. Zulk een verbaal vermeldt voorts en dit is iets, dat bijna
altijd opgaat dat er met alle moeite en den meesten ijver naar
de verongelukte of verloren artikelen is gezocht, doch deze on
vindbaar bleken te zijn.
Men maakt soms de stukken zoo is wel eens beweerd
reeds bij voorbaat gereedde hoeveelheden, die dan worden op
gegeven als te zijn verloren gegaan, worden in dat geval eenigs-
zins bij benadering berekend. Dit alles is dan wel niet over
eenkomstig de waarheidmaar wat nood, in de eerste plaats
komen de overschotten die de afrekening eventueel mocht aan
wijzen toch ten voordeele van den Lande. En in de tweede
plaats moet de kwartiermeester voorkomen, dat hij later gelde
lijk wordt aangesproken door de Algemeene Rekenkamer, dit
eischt zijn eigenbelang. Er zijn immers zóóveel factoren aan
wezig, die tot tekortkomsten kunnen leiden.
Het fourageeren geschiedt bij ageerende colonnes die een bi
vak betrekken zooveel mogelijk met den meesten spoed, dikwijls
eerst tegen of na zonsondergang, zoodat gewerkt moet worden
bij het zeer spaarzame licht van stormlantarens of van een paar
victoria-branders, indien deze zijn medegevoerd. Yan de ge
woonlijk zeer vermoeide manschappen, met fourageeren belast,
kan niet veel oplettendheid worden gevergd en het maken van
vergissingen is derhalve niet uitgesloten. Bovendien maken de