323 In deze meening word ik versterkt, doordat ik op suikervel den menigmaal Javanen met de schop heb zien werken, wan neer het betrof geulen te graven. Deze Javanen moeten dus wel overtuigd zijn, dat bij grondarbeid welke zeer veel over eenkomst heeft met het maken van loopgraven, de schop te verkiezen is boven de patjol. Daar men voor oorlogsdoeleinden rekening moet houden zoo wel met harden als met zachten grond en het niet wel mogelijk is twee soorten patjols mede te nemen, zouden ingevolge de voorgaande overwegingen zware patjols met smal blad aange schaft dienen te worden. In zeer harden en steenachtigen grond is zoowel het werken met de schop als met de patjol lastig en is het noodig den grond eerst met pikhouweelen los te werken. Dat evenwel bij bovengenoemde algemeene order het aantal pikhouweelen per comp. van 10 op 16 is gebracht, schrijf ik toe aan de omstandigheid, dat de infanterie niet goed geoefend is in het gebruik van de schop, zoodat men dikwijls het pikhou weel ziet gebruiken waar bij meerdere geoefendheid de schop nog heel goed is aan te wenden. Verder is een commandant bij het zoeken naar de plaatsen waar hij wil laten graven bijna nimmer zoo in zijn keuze beperkt, dat hij niet in de gelegenheid zou zijn enkele zeer moeilijk te bewerken gedeelten onaange roerd te laten. Bij gebruik van het pikhouweel in terreinen waar de schop ons hare diensten ontzegt, vordert men zóó langzaam, dat de tactische omstandigheden al zeer bijzonder moeten zijn, wil men tijdig met het werk klaar komen. Hiermede is men dan feitelijk afgedwaald van het gebied der vluchtige versterkingen en heeft men het terrein der veldversterkingen betreden: niet wat de afmetingen betreft maar loei met betrekking tot den tijd benoo- digd voor de uitvoering. Ik acht het niet raadzaam per comp. 16 pikhouweelen, waar van het ijzer alleen reeds 2 K.Gf. per stuk weegt, mede te voeren en vermeen, dat men met 4 per comp. best kan volstaan, indien nl. de infanterie de schop weet te hanteeren. Nog afgezien van den vorm der patjols, welke zeei hindeilijk moet blijken wanneer ze bij den man vervoerd zouden worden, zal het gewicht alleen reeds een onoverkomelijk bezwaar blijken om er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 339