19 keur legt de I.Y. zijn versterkingen aan in dergelijk terrein 0111 het overwicht onzer bewapening hierdoor te veronzijdigen. Meer malen moest de artillerie op 10 a 50 M. van de versterking in batterij komen. Op die afstanden doet echter het werpen van dynamietpatronen in de versterking bijna denzelfden, zoo niet grooteren dienst en schokt het moreel van de bezetting zoodanig, dat de storm met geringe of zonder verliezen kan plaats hebben. Het komt echter ook voor, dat stellingen en versterkingen reeds van verre zijn waar te nemen en dan kan artillerie van veel nut zijn. In die gevallen wordt echter voor de artillerie niet die capaciteit geëischt als tegenover een B.Y. gewenseht wordt en daarom zou in die gevallen zg. sawah-artillerie, pompoms, enz. toegepast kunnen worden. Deze kunnen gemakkelijk op paarden vervoerd worden, kunnen daardoor de infanterie volgen, zonder haar een blok aan het been te zijn, en kunnen bij het aantreffen van zulke versterkingen en stellingen haar een grooten steun verleenen. Het is echter niet wenschelijk voor het vervoer van dergelijke stukken koelies te bezigen. Onder hevig vijandelijk vuur kan en mag men op die lieden niet rekenen. Men bezige goede paarden, opdat deze kanonnen ook in den strijd tegen een B.Y. gebezigd kunnen worden, bv. als toegevoegd aan verkennende cavalerie- 7 of infanteriedetachementen. In „The Journal of the United Service Institution of India", Januari 1904, geeft de kaptitein E. M. J. Moulineux D.S.O. 12th Cavalry, „Suggestions for the employement of machine-guns with cavalry and mounted infantery" en raadt ten zeerste daarbij in deeling van pompoms aan. Uit eigen ervaring wist hij, hoe groot vooral de moreele uit-1 'J-1 L; werking dier stukken was, zelfs op geharde troepen. Y Bij verkenningen kon men den vijand er door dwingen kleur 1 te bekennen; stellingen, slechts door zwakke afdeelingen bezet, doen ontruimen; gedekt opgestelde reserves er mee teisteren. „Hoe goed echter dit materieel wezen moge," besluit schrijver, „kan het in een ernstig gevecht niet wedijveren met artillerie. Alleen in bijzondere gevallen is de pompon nuttig in buitengewonen graad." A. J. Gooszen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 33