GYMNASTIEK EN SCHERMEN IN HET LEGER. (Vervolg van blz. 202.) De boven reeds aangestipte speciale opleiding voor leider of instructeur is niet zoo eenvoudig als zij wel schijnt. Een goed instructeur moet in staat zijn zich eenige rekenschap te geven van den invloed van verschillende bewegingen op de spieren, van de wijze waarop men slechts enkele spieren of spiergroepen kan laten werken, in welke volgorde men bewe gingen moet laten uitvoeren om een steeds aangroeiende, alge- rneene spier ontwikkeling op te wekken, hoe verschillende bewe gingen samen te voegen tot een zoo nuttig mogelijk geheel, hoe te werk te gaan bij eene geleidelijke ontwikkeling van zelfver trouwen, durf, tegenwoordigheid van geest, enz., enz. De wetenschap hiervan is onmisbaar tot het bereiken van deugdelijke resultaten; zij is tevens oorzaak, dat de manschappen uit een merkbaar toenemende lichaamlijke ontwikkeling als het ware zelf zien en voelen, welke heilzame gevolgen de gymnas tiek voor hen heeft. Verder is het alleen aan goed voor hun taak berekende in structeurs gegeven om in het onderricht zooveel afwisseling te brengen als wenschelijk of noodig mocht zijn; in verband met reeds verrichte of nog te verrichten diensten, dat dit uur van onderricht steeds een aangename en nuttige inspanning oplevert, waardoor lust en ijver worden opgewekt en de gymnastiek ten slotte meer als eene aangename bezigheid dan als een zuiver militaire dienst beschouwd wordt. Dit in tegenstelling met den instructeur die van gymnastiek- onderricht te weinig afweet en wiens eenige hulp daarbij het Voorschrift is. Hij voor zich beziet de zaak uit een oogpunt van „dienst," als iets in hoofdzaak om de manschappen bezig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 343