328 te houden, en vindt de oefening, ook weer in verband met ver richte of komende diensten, een soort van plaag. Lust en aan moediging ontbrekenzonder meer laat hij de voorgeschreven bewegingen in de aangegeven volgorde uitvoeren, onbewust dat de waarde van een beweging geheel ligt in de uitvoering, en dat die waarde daardoor niet alleen bijzonder verhoogd maar ook zeer verminderd, ja zelfs in eene negatieve kan veranderd worden. Hij weet van geen geleidelijke verzwaring der oefenin gen en laat daardoor de manschappen bewegingen uitvoeren, waarvoor hunne ontwikkeling nog niet rijp is, waardoor zij van nuttige in nuttelooze of nadeelige oefeningen overgaan. Van hem is dan ook niet veel goeds te verwachten. Zijne wijze van optreden, geheel in overeenstemming met zijne denk beelden, zal niet nalaten ook op de manschappen in ongunsti- gen zin te werken. Deze leeren in die oefeningen al spoedig niets anders zien dan een ondergeschikten dienst. Met het oog op de eisehen die zulk eene speciale opleiding aan de geestvermogens stelt, zal men deze alleen in haar vollen omvang aan officieren kunnen geven. Voor de onderofficieren en korporaals, die ais instructeurs of meer speciaal als voorwerkers moeten optreden, kan de opleiding, voorzoover betreft het theoretisch gedeelte, tot het hoog noodige beperkt worden. Ten einde in alle opzichten deugdelijk te kunnen zijn, moet die opleiding plaats hebben aan een centrale school of cursus en kan ik hiervoor naar een zeer goed voorbeeld verwijzende cursus in gymnas tiek en schermen aan de Normaal Schietschool in Nederland. Deze cursus heeft ten doel de vorming van geschikte leiders en instructeurs ten behoeve van het onderwijs in gymnastiek en schermen m het leger, waartoe in Nederland alleen officieren en onderofficieren aangewezen zijn. In verband hiermede worden elk jaar drie cursussen gehouden, elk S1^ maand durende, nl. a. één voor officieren; b. twee voor onderofficieren. Officierscursus. Hieraan wordt door een 32 tal officieren deel genomen, w.o. 10 van het N. Indische leger. De Hollandsche, benevens een 5 tal nieuwbenoemde (van de K.M. Academie) Indische officieren, worden officieel tot deelneming aangewezen. Ongeveer 5 plaatsen worden opengehouden voor met verlof zijnde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 344