358
Hierbij behoort nog een verlengstuk, 0111 de richtlijn hooger
te kunnen stellen ten einde over dekkingen en maskes heen te
kunnen richten.
C. Affuit.
Deze bestaat in hoofdzaak uit de boven- en de benedenaffuit;
deze laatste weer uit het voorstuk met schild en het achterstuk
met spoor; verder de as en de raden.
a. Bovenaffuit.
Deze bestaat uit de wieg, de met den mantel verbonden slede,,
de spiraalveeren met spaninrichting en de hydraulische rem.
Bij het afgaan van het schot glijdt het kanon met de slede-
op de wieg terug, den cylinder van de hydraulische rem mee-
voerende. De spiraalveeren worden hierbij ineengedrukt, om
dat zij rusten op een dwarswand in de wieg.
De lengte van den terugloop, het gewicht der terugloopende
deelen en de druk in den remcylinder zijn zoodanig gekozen,
dat de benedenaffuit bij het schot volkomen stilstaat. Nadat de
terugloop uitgewerkt is, drukken de spiraalveeren remcylinder
en slede met kanon weer naar voren.
De wieg is vervaardigd van nikkeistaai en omvat met haar
voorste deel de slede geheel. Aan de achterbovenzijde heeft de
wieg een sleuf, waardoor de verbindende deelen met de slede
glijden. Deze deelen grijpen daartoe aan weerszijden om de
kanten van de sleuf. In het binnenste van de wieg zijn gelei
stukken aangebracht, welke echter een zoodanige speelruimte
tusschen wieg en slede laten, dat zelfs groote deuken of andere
beschadigingen van de wieg den terugloop en het naar voren
brengen niet verhinderen.
Daar de glijdende deelen volkomen afgesloten zijn, is veront
reiniging door stof en vuil niet te vreezen.
Bij den terugloop wordt de sleuf boven in de wieg door het-
kanon afgedekt, zoodat ook daar een binnendringen van vreemde
lichamen uitgesloten is.
Yan voren is de wieg gesloten met een deksel, waaraan de-
zuigerstang der hydraulische reminrichting bevestigd is.
Aan de onderzijde van de wieg bevinden zich in het midden
een verticale tap en aan de achterzijde een klauw ter verbinding
met de benedenaffuit. De remcylinder is met het achtereinde-