360 vóór verbonden zijn aan het voorstuk, achter eindigen in een staartbeslag. Aan dit staartbeslag zijn, opklapbaar, de spoor en de huls voor de richtspaak bevestigd. c. De as. Deze is hol, gesmeed van nikkelstaai en heeft aan de uit einden een gedeeltelijk afgesneden kraag, waarover de raden ge schoven worden. cl. De raden. Deze zijn van hout met metalen naven, eindigende in moffen. Deze moffen grijpen over den kraag van de as. Door den mof een kwart slag om te draaien wordt het rad vastgezetna hem weer een kwart slag teruggedraaid te hebben kan het rad af genomen worden. Uiteennemen en inelkaarzetten van het stuk. Om het stuk uiteen te nemen wordt het kanon horizontaal ge steld. De sleutels van den mantel worden losgedraaid, waarna het bovendeel zoover geopend wordt, dat het kanon kan worden uitgenomen. Aan het kanon zijn voor en achter oogen aan gebracht, waardoor hefspaken gestoken worden om het kanon uit zijn leger in den mantel te tillen en in de lengte op het draagzadel te leggen. Daarna wordt de arm met opzet afge nomen. Vervolgens wordt de mantel losgemaakt, waartoe de nok in den dubbelklauw teruggedrukt wordt en de mantel zoover naar links gedraaid tot de achterste klauw vrijkomt van den tegen- klauw op de slede. Ook aan den mantel zijn oogen aangebracht, waardoor ook deze gemakkelijk met de hefspaken opgetild en op het draagzadel gelegd kan worden. Voor- en achterstuk van de benedenaffuit worden daarna van elkander gescheiden, de schildschoren op het voorstuk losge maakt en het schild naar boven saamgeklapt daarop gelegd. Het richttoestel wordt tusschen de zijwangen teruggetrokken. De kniekussens worden opgeslagen, de raden afgenomen en het voor stuk met schild als vierde last opgeladen. Aan het achterstuk wordt nu de spoor omgelegd en dit deel met de raden opgeladen als vijfde last. Alle draagzadels zijn aan elkaar gelijk; ook de lasten zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 376