36S ■rium, dat echter zooals hiërvoren is aangetoond niet aanwezig- is, is derhalve niet bestaanbaar. En toch heerscht de algemeene opvatting, dat de kwartier meester voor zijn beheer over vivres en fourages comptabel is aan de Algemeene Rekenkamer! Niet alleen in het belang van de betrokkenen, maar ook in ■dat van den Lande is het te hopen dat men van die meening zal terugkomen, dat men eens zal inzien dat het standpunt waarop het College zich zal hebben te stellen bij het onder zoek der ingediende rekeningen is dat, waarop artikel 82 dei- Indische Compt. Wet doelt. In 's Lands belang wordt hier verklaard, omdat dan niet alleen de onmiddellijkemaar ook de middellijke oorzaak der fouten kan worden opgespoord, en ook op deze de eventueel aan den Lande toegebrachte schade kan worden verhaald. Door zich op bedoeld standpunt te stellen, behoeft van het uitoefenen van controle, ook door het College, geen afstand te worden gedaan. Het werd hiervoren reeds op gemerkt, dat beslist de eisch behoort te worden gesteld, dat de handelingen der met het beheer belaste personen zullen wor den nagegaan, en zij die eerlijk en plichtmatig zich van hun taak kwijten behoeven niet beducht te zijn voor controle, om het •even door wie deze wordt uitgeoefend. Als eenige voorwaarde mag evenwel worden geëischt, dat die controle doeltreffend zij. Thans draagt zij niet alleen een uitsluitend repressief karakter, maar geschiedt het onderzoek van de afrekeningen gewoonlijk veel te lang nadat het beheer is gevoerd. Worden er fouten •ontdekt, dan zijn deze in den regel niet meer te herstellen en de beheerde kan niet meer nagaan door wiens schuld feitelijk de schade is veroorzaakt. In 82 g.g. van het Verslag, dat de Algemeene Rekenkamer in Nederlandsch-Indië indiende over de verrichtingen van het College gedurende het jaar 1901 zie de Bijlagen der Handelin gen Staten Generaal 1902 1903 (583) blz. 88 werd mede- deeling gedaan van „onregelmatigheden in het vivresbeheer te Atjeh" en o.rn. aangeteekend, dat er door een zekeren kwartier meester elf processen-verbaal bij zijn afrekening waren overgelegd,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 384