372 werd gevorderd daarin een volledig ontwerp te ontwikkelen van dienen. De Chef-intendant controleert in eerste instantie het algemeen vivres-beheerkan hij dit niet zelf doen, dan geve men hem de daarvoor benoodigde werkkrachten; hij worde evenwel verantwoordelijk gesteld voor den goeden gang van zaken en moet waken tegen wanbeheer. Dit laatste niet alleen in 's Lands geldelijk belang, maar ook omdat het een ongunstigen invloed kan uitoefenen op de verpleging van den troep en het voortzet ten der operatiën, daar het eenerzijds kan gebeuren dat niet wordt verstrekt wat gegeven moest worden, uit gebrek aan voorraad, of doordat niet behoorlijk voor den voorraad zorg was gedragen, anderzijds, omdat moet worden voorkomen dat meer wordt medegevoerd en daardoor aan den trein zwaarder eischen worden gesteld dan noodig is. Bij de aanbieding dei- stukken aan het Departement van Oorlog voege de Chef-inten dant er desvereischt eene memorie van toelichting bij, voor al indien er artikelen ten laste van d en Lande moeten worden afgeschreven wegens bederf, verloren raken enz., opdat tegen die afschrijving door den chef der Ye Afdeeling van het Departement- van Oorlog geene bezwaren kunnen worden geopperd. Ten slotte behoort met het opmaken van de zoogenaamde „processen-ver baal" te worden gebroken. Wanneer de betrokken personen niet meer als comptabel worden beschouwd tegenover de Algemeene Rekenkamer, is het overleggen van dergelijke paperassen niet meer noodig. Dan behoeven zij door de kameraden niet meer te worden „geholpen." En moet er een proces verbaal worden opgemaakt, dan zij het ook geheel op waarheid gegrond, zoodat voor eene con trole van de geconstateerde feiten geen vrees behoeft te bestaan. De beheerders der voorraden en de kwartiermeesters moeten de overtuiging bij zich dragen, dat zij alleen dan geldelijk aan sprakelijk worden gesteld, indien zij van onrechtmatige hande lingen of nalatigheid kunnen worden beticht. Dus, voor plicht verzaking. Waar te goeder trouw is gefaald, waar vergissingen zijn begaan waarvoor op voldoende wijze verschooning is aan te voeren, moet de mogelijkheid zijn uitgesloten, dat hun eenige vergoeding worde opgelegd. Het zou het bestek van dit stuk te veel overschrijden, indien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 388